Zestig

Het straatje waar Gade en ik wonen is zo kort dat bijna alle bewoners buren zijn. Dat leidt tot heel wat burenpraatjes op straat. Dat kan vrijwel zonder het gevaar te lopen overreden te worden. Ons straatje is een doodlopend woonerf.
Dat buurzijn betekent niet dat we bij iedereen de deur plat lopen. Er zijn verschillende gradaties. Van een terloopse groet tot samen op vakantie en alles daar tussen in. Bij sommige buren gaan we ook op verjaardagsvisite. Dat zijn voornamelijk de buren die ook op mijn verjaardag komen.
Gisteren vierde de buurvrouw van drie huizen verderop haar verjaardag. Een paar dagen na de dag dat ze werkelijk 60 was geworden. Aan het eind van de middag waren er hapjes, wat zeg ik, een heus buffet en heel veel mensen, ook wat buren, allemaal zo rond de 60. Een mooi babbelfeest. Een van de gasten vertelde een mooi verhaal ter ere van de feesteling. Die had zelf een aantal liedjes bij elkaar gezocht die door een mooi zangmeisje werden vertolkt. Liedjes met voor de jarige een bijzondere betekenis. En niet alleen voor haar. We zongen zachtjes mee en als het moest uitbundig. Ik merk dat ik niet de enige ben die door de emotie geraakt wordt. Zal de leeftijd wel zijn.
Iemand spreekt mij aan. Hij zegt mij te kennen. Ik hem niet. En dan vertelt hij over een feest waar hij mij ooit ontmoette. Meer dan 40 jaar  geleden. Hij noemt de naam van wie dat feest een half mensenleven geleden, gaf. Ik vertel hem dat zij al een paar jaar dood is.
Heel langzaam begin ik mij dat feest te herinneren. Maar  nee, zijn gezicht komt in die herinnering niet voor. Wel dat van andere mensen, die daar toen ook waren. De tijd van lange haren en gehaakte petjes. De tijd dat we dachten dat we de wereld nog naar onze hand konden zetten en 60 nog een eeuwigheid ver weg leek te zijn. Nu heeft die eeuwigheid ons al bijna ingehaald. Het feest is er niet minder om.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *