Waal

Ik heb een rondje rond de Waal gemaakt. Het zou het begin van een gedicht kunnen zijn. ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’ bedient zich van hetzelfde metrum, maar ik voel ging enkele aanvechting om een pastiche te maken van het gedicht van Nijhoff’ ‘De moeder de vrouw’, al leent het vervolg zich daar wonderwel voor. ‘Ik zag de nieuwe brug’ laat zich moeiteloos vervangen door ‘Ik zag de oude Waal.’ En met twee overzijden is vast ook wel iets te knutselen in de trant van twee druppels water. Maar ik laat het gedicht in wording voor wat het is. Een nooit voltooid idee.
Het wordt een echt zondags fietstochtje. Voor een rondje rond de Waal kun je twee kanten uit. Oostwaarts via de Ooijpolder en het pontje naar de overkant en dan weer terug of westwaarts naar Oosterhout en zo verder de brug bij Ewijk over. We kiezen voor de tocht naar het westen. Zien of daar iets nieuws is te beleven. Dat blijkt er te zijn. Een paar kilometer voor de Ewijkse brug ontdekken we een pontje naar de zuidoever. Via een olifantenpaadje door het weiland komen we bij een heuse veerstoep waar het veerbootje ligt te wachten. Schipper mag ik overvaren? Voor € 1,50 per persoon, het tarief voor een fietser, mag dat. De schipper sjort de fietsen goed vast. “Soms komt er een golf en dan liggen alle fietsen over het dek.” klinkt hij bezorgd. Maar het passerende  immense containerschip veroorzaakt een nauwelijks merkbare deining. Aan de overkant hebben we de wind in de rug. Onderweg stoppen we bij een bankje en eten de meegebrachte boterham. Ouder echtpaar maakt een fietstochtje. We zij een karikatuur van ons zelf en van al die andere oudere echtparen die ons inhalen en die we voorbijrijden. Het is goed zo, een zondag die zijn zijn naam waarmaakt. We fietsen verder.  “Prijs God,” mompel ik in mijzelf, “Zijn hand zal u bewaren.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *