Vriendin

Zondagmorgen. Tijdstip tussen net wakker en nog niet op. Soezelen in de behaaglijke warmte van de op gang komende ochtend. Radio aan. Vroege Vogels. Mensen melden wat ze gezien hebben. En dan is daar die stem met die afgezaagde dooddoener: “Mijn vrouw, die ook mijn beste vriendin is…” en wauwelt verder over wat die vriendelijke vrouw allemaal niet in haar tuintje geplant heeft. Maar al mijn nekharen staan dan al recht overeind en ik mompel dat woord dat in deze toch wat gesofisticeerde tekst niet thuis hoort, maar mij geregeld vlekkeloos over de lippen komt als ik mij erger of het ergens niet mee eens ben: “Flikker toch op.” Ik heb iets tegen mannen die in hun vrouw hun beste vriendin hebben. Armelijk bestaan. Je vrouw is je vrouw. En omdat ze uniek, lief, aardig, boeiend, intelligent en raadselachtig is en nooit het dopje op de tandpasta draait, ben je met haar getrouwd.  Maar niet omdat ze je vriendin is. Vriendinnen zijn ook uniek, lief, aardig, boeiend, intelligent en raadselachtig. En van de meesten weet je niet hoe ze met het dopje van hun tandpasta omgaan. Vriendinnen zijn van een ander slag. En daarom ben je er niet mee getrouwd.
Zaterdagavond. Drie stellen. Getrouwd. En alle zes een relatie achter de rug. Getrouwd geweest of ooit een lange relatie afgesloten, weduwnaar. En nu alle zes getrouwd. De maaltijd is meer dan smakelijk. Alles wordt besproken: kinderen, taliban, voetbal, recepten, kabinetsformatie, literatuur, de temperatuur van de soep, ziekte, nieuwe baan, hoog water, oude vriendschappen. Kortom goede vrienden. Beste vrienden? Een gradatie aanbrengen in vriendschap, lastig. Vrienden zijn vrienden. En je vrouw is niet je beste vriendin. Je vrouw is je vrouw, de degradeer je niet tot vriendin, zelfs niet je beste!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *