Voorbij

Een paar maanden geleden waren ze in de straat komen wonen. Misschien zelfs al wat langer. Zonder vast referentiepunt glijdt tijd als fijn zand door je vingers. Leuk jong stel, waarvan ik een van de partners van heel heel vroeger kende. Toen ze een jaar of drie, vier was. En nu woonde ze in mijn straat, samen met haar lief.
Het is zaterdagochtend, stralende winterdag die die naam volstrekt ten onrechte draagt. Het lijkt een plezierige herfst. Het is nog te vroeg om het voorjaar te ruiken. Er staat een verhuisbusje, ook per uur te huur, in de straat. Ik zie een mij niet bekende mijnheer spullen in de auto laaien en dan ook de jongeman waar ik zo kort geleden nog op de ‘house warming party’ was. Ik was op weg naar de stad, maar stap van de fiets. Nieuwsgierig. “Verhuizen?”, vraag ik en hoop dat in mijn stem de verbazing te horen is dat dat nu, na een paar maanden al het geval al is. Moet wel een mooie plek zijn, denk ik, waar ze naar toe gaan, want hun appartement is voor jongelui redelijk riant en naar ik van hen weet mooi aan de prijs. Ergens diep in mijn achterhoofd komt ook direct de gedachte op dat het een goed onderkomen voor Zoon zou kunnen zijn en dat ik dan gauw contact moet opnemen met de verhuurder om na te gaan of het nog vrij is. Dat alles schiet door mijn hoofd in de luttele seconden tussen mijn vraag en zijn antwoord dat hij alleenĀ  vertrekt. Hij fluistert dat zij blijft wonen. Ik kijk verbaasd. Zo’n op het oog leuk stel. “Ja, het is voorbij”, zegt hij. Ik zie hem slikken en knipperen met zijn ogen. Hij gaat verhuizen naar een paar straten verderop. Ik vraag niet verder. Elk woord van mij zou onbeholpen klinken. Ik weet niet meer wat ik ten afscheid gezegd heb. Sterkte of succes op je nieuwe plek, maar ik denk niet dat het hem tot enige troost strekte. Zoon zal voorlopig nog niet bij mij in de straat komen wonen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *