Vernedering

We gaan er gevieren eens goed voor zitten. Met de overburen kijken naar de halve finale Nederland-Groot-Brittannië, hockey heren. Bij de Olympische Spelen is Engeland geen Engeland meer en houden Schotland, Wales en Noord-Ierland op te bestaan. Hoe anders bij het EK- of WK-voetbal, waar er wel vier Groot-Britse landen mee mogen doen. Maar nu is Groot-Brittannië weer even Groot-Brittannië. Heel even maar. Want na 2 keer 35 minuten is het een heel klein Brittannië. 9-2. Het is een gênante uitslag. Op dit soort spelen nog nooit eerder voorgekomen. Het lijkt zo gemakkelijk te gaan. Tik, tik en nog een tik en goal. Of in een enkel geval tik, tik, nog een tik, strafcorner en goal. Je ziet het in de lichaamstaal van de Britten, die allemaal Engelsen zijn. De schouders gaan hangen, het geloof spoelt weg uit de lijven en dan als het al 6 of 7-1 is zie ik Engelse spelers zelfs glimlachen bij weer een Nederlandse goal. Het lijkt of zij de vernedering, want dat is het, voorbij zijn. Door er over te glimlachen nemen zij afstand van de vernedering. alsof die hen niet meer betreft. Wat moet je ook als je zo danig op je donder krijgt. Dan kun je er alleen maar van weglopen. Doen of het jou niet meer betreft. Word je een toeschouwer bij je eigen drama en houd je op deelnemer te zijn. Anders wordt de vernedering te groot, ga je er aan onderdoor. Word je de vernedering.
Ik vraag me af of ik ooit zo vernederd ben dat bij mij dat mechanisme optrad. Dat ik toeschouwer werd bij mijn eigen misfortuin. Ik kan mij dat niet herinneren. Maar ik heb dan ook nooit gehockeyd. Een andere mogelijkheid is dat ik het mij niet meer wil herinneren en daardoor niet meer kan herinneren. Dat ik, mocht het al ooit gebeurd zijn, zo heb overleefd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *