Een berichtje op Facebook wees mij er op. Elke week is er een openbaar interview van twee journalisten van de regionale krant met een aansprekend iemand. Die interviews worden gehouden in een plaatselijk cultuurcentrum. De schriftelijke neerslag verschijnt dan een paar dagen later in de krant. Ik lees die krant alleen via een toevallige leestafel, maar nimmer viel mijn oog op het artikel dat uit zo’n openbaar gesprek voortkwam.
Dit keer is Thomas Verbogt te gast. Een paar jaar geleden ontmoette ik hem voor het eerst. We werkten allebei mee aan een groot fotoboek over het Nijmegen van de vijftiger jaren. Zijn naam verscheen in een beduidend grotere letter op de kaft dan de mijne. De uitgever moet tenslotte aan zijn verkoopcijfers denken. Het boek is nog steeds te krijgen. Inmiddels stevig afgeprijsd. Of onze namen waren niet wervend genoeg of de oplage te groot.
Thomas Verbogt schrijft elke dag een column in de krant en is daarmee mateloos populair. Dat blijkt ook uit de opkomst bij dit gesprek. Normaal zijn er maar zo’n vijf, zes belangstellenden, soms zelfs nul en verschrompelt het openbare karakter van het interview. Nu moet uitgeweken worden naar een zaaltje, waar de stoelen niet aan te slepen zijn. Ik breng het uur door op een wiebelende barkruk. De schrijver wordt een aantal dilemma’s voorgelegd. Ik ga ze hier niet oplepelen. Koop vrijdag de krant maar. Vind het natuurlijk wel aardig te horen dat hij steeds meer terugkeert naar Nijmegen. Gebruikt een mooi beeld. Dat de veranda van zijn leven mogelijk best weer eens in Nijmegen zou kunnen staan. Voor mij stond mijn hele levenshuis in deze stad, met heel even een studeerkamertje in Amsterdam en Eindhoven.
Ik wil mijn stukjes niet vergelijken met de zijne. Zeker het bereik staat in geen vergelijk met dat van hem. Maar aardig is het om te horen dat ook voor hem de dag pas begint als zijn column geschreven is. En dat alles wat je gebeurt schrijvenswaardig kan worden. Een woord, een gehoorde dialoog, een gebeurtenis(je). Zoals een bezoek aan een openbaar interview.
En de titel is gewoon een mooi woord uit het stukje, dat in dit geval net zo goed ‘barkruk’ had kunnen heten.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links