Vader

In de boekhandel interviewt de ene schrijver een andere schrijver. Thomas Verbogt heeft het met Marcel Rözer over diens nieuwste boek ‘Zo Vader, een keuze voor de Waffen-SS die generaties lang nadreunt’. Een paar uur eerder heb ik het boek gekocht en ben er onmiddellijk in gaan lezen. Die middag kom ik tot ongeveer halverwege. Het is een boeiend boek. Het lijkt ook te gaan over het gesprek tussen de  vader en zoon dat nooit helemaal gevoerd is. Een thema dat ik herken.  Op een vraag van de interviewende schrijver heeft de ander het over het fout zijn. Zijn vader was dan mogelijk wel fout in de oorlog, -hoe makkelijk delen we zo’n stempel uit, maar hoe vaag is de grens tussen goed en fout?-, maar hij had geen foute vader. Als vader was hij een prima vader. Het was een vader die foute keuzes maakte. Liever nog spreekt de schrijver over verkeerde keuzes. Niet om te vergoelijken, maar om nog eens te wijzen op de dunne lijn die loopt tussen het een en het ander. Zijn vaders vader was al van af 1933  bij de NSB. Zo goed als van het begin af aan. En dat in de volle overtuiging dat het nu allemaal beter voor de mensen, in die tijd nog menschen, zou worden. Een idealisme dat met de kennis van nu faliekant fout uitpakte. Maar wat hadden ze toen aan de kennis van nu?
Ik heb het met mijn vader nooit over de oorlog gehad. Anders dan de anekdotische mededeling dat ik in de schuilkelder geconcipieerd ben. Aan het eind van de oorlog sliepen mijn ouders voor de zekerheid elke nacht in de kelder van hun huis. Vandaar. Verwekt in de oorlog en net er na geboren. En dan was er dat verhaal dat mijn vader tijdens het Nijmeegse bombardement onder zijn handgeduwde bakkerskar heeft zitten schuilen. Aan de rand van het epicentrum van dat inferno. Te weinig stof voor een boek, als ik daar al toe in staat zou zijn. Net genoeg voor een paar regels in een blog.
De schrijver signeert mijn boek. Voor Jan, van Marcel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *