het heeft geregend
de tuin dampt goede geuren
aarde die verlangt
Slotregels van J.C. van Schagen uit een gedicht waarin hij ook een boom zacht zijn verhaal laat wazelen. Ik kom weer thuis. Na de bui. Het is nog aangenaam warm. Niet echt afgekoeld, maar dragelijk. De tuin ziet er uit of zij net een bad genomen heeft. De haren nog nat met de vingers een beetje in model gebracht. De ochtendjas slordig dichtgeknoopt. Ze gunt me een blik op haar schoonheid. Tijdloze schoonheid. De kat klimt hoog in de laurier. Speelt tikkertje met zijn eigen staart. De boom glimlacht om zoveel jeugdige overmoed.
“Kom eens kijken.” Zij zit diep voorover gebogen. Volgt gebiologeerd het liefdesspel van twee huisjesslakken. Omzichtig benaderen ze elkaar, koesteren elkaar en maken van de achtertuin een Hof van Eden. “Kijk toch eens, hoe teder en zacht.” Ik heb geen ceder in mijn tuin geplant. Er staat wel een appelboompje. Die draagt nog geen vrucht. Daarvan ooit snoepen zal maar een kleine zonde zijn, de moeite van het vergeven niet waard.
Samen kijken we naar het slakkenspel. Adam en Eva. Als de kat net naast het liefdespaar uit de boom springt trekken zij zich in hun eigen huisjes terug. Even rust, maar liefde laat laat zich niet beheersen. Voorzichtig tasten ze elkaar weer af. Wij laten ze hun gang gaan. Hun slakkengang. Ongezien, niet langer bespied. Niet wetend dat hen Kaïn en Abel te wachten staan
De zon maakt de tuin nog groener dan zij is. Licht speelt door de takken. Ook de schaduw kleurt groen. Veel meer dan vijftig tinten groen.
We zijn stil. Ook de wind is stil. Waar is de wind als ze niet waait?
Leonard Nolens:
Als wij, de grote mensen, moe zijn
Van het praten,
Van het praten,
Van het praten met elkaar,
Gaan we de tuin in en verzwijgen ons
In de kat, in het gras, in het kind.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
van praten word je soms erg moe, net als van het warme,lome weer.
Mooi Jan
Treffend. ‘Vijftig tinten groen’!