Timmerman

Waar vind je tegenwoordig nog goede een timmerman, die wat zijn ogen zien met zijn handen maken kan?” Jaren geleden al zong Leen Jongewaard in ‘Het Schaep met vijf Poten’ een ballade op de goede, schier onvindbare timmerman. Ook toen al, decennia geleden, was er die roep om vakmanschap dat allengs teloor lijkt te gaan. De neef van Jongewaard had blijkens dat lied er een gevonden en die, met gezin en al, opgesloten op zijn zolder, als een kostbare en goed te bewaren schat. Wij waren al tijden ook op zoek naar zo’n alleskunner. Gade had al een lijst van klusjes opgesteld die eigenlijk gedaan zouden moeten worden, maar waar wij, alsof wij de handigheid er toe zouden bezitten, niet aan toekwamen. Het ontbreekt ons aan een zolder, dus opsluiten zouden wij hem en zijn gezin niet, als wij hem al vonden. En toen, zoals dat gaat via via, was er T. Hij is nu een aantal zaterdagen bij ons in de weer geweest en T heeft gouden handen. Deuren zijn weer toegankelijk gemaakt, hele schuurtjes weer waterpas gesteld, leuningen gemonteerd, vensterbanken vernieuwd, scharnieren weer vast gezet, handdoekenrekjes opgehangen, sloten vernieuwd en nog heel veel kleine dingen gedaan, die niet eens op Gades lijstje stonden, maar die hij met zijn vakmansoog gezien had en het niet alleen bij een constatering had gelaten, maar ook gelijk had aangepakt en hersteld.
T verdient een standbeeld. Met blij gemoed gaat hij aan de slag en met een jaloersmakende handigheid verzint hij oplossingen voor zaken waar ik niet eens het probleem van zag.
Vakmanschap gaat teloor wordt er alom gehoord. Maar gelukkig zijn er nog vaklui als T met liefde voor de handarbeid die zij met grote deskundigheid verrichten. Wij hebben een goede timmerman gevonden die wat zijn ogen zien met zijn handen maken kan.  En we zijn er blij, heel blij mee.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *