Thuis

Als we na 800 kilometer weer onze straat in rijden, moet ik wennen aan de op het oog nieuwe maar toch zo vertrouwde maten. Alles lijkt het zelfde, is dat natuurlijk ook, maar de lucht is anders dan de afgelopen veertien dag, de sfeer is anders en eigenlijk weet ik precies wat het is: ik ben weer thuis. Toen we langs Antwerpen reden belde ik onze jarige overbuurvrouw en vertelde dat we rond de klok van zessen zouden arriveren. “Dan ben je precies op tijd voor het eten!” De uitnodiging wordt dankbaar aanvaard. Het is lekker thuis komen en de maaltijd staat al op je te wachten. We vallen met onze neuzen in de boter, maar ook in een feestje. Na veertien dag alleen met zijn tweeën in een stil Frans landhuis(je) en negen en half uur zoevende kilometers achter de rug is de overgang groot. Het is of de snelheid in je lijf is gaan zitten en de veertien dagen rust al bijna uit je gestel heeft verdreven. De auto zit dik onder het Franse stof en lijkt eigenlijk niet thuis te horen in een rustige Nederlandse straat.
Nog voor we naar ons eigen huis gaan of de auto uitladen, gaan we dus eerst naar de overbuurvrouw en haar verjaardagspartijtje. Dat betekent ook dat we de hernieuwde kennismaking met Harrie, de kat nog wat uitstellen. De afgelopen veertien dagen is zij liefdevol door de jarige overbuurvrouw verzorgd. Die heeft haar onder de toediening van de nodige kattensnoepjes ook nog een kunstje geleerd. Het lijkt of zij het commando ‘zit’ begrijpt, maar zonder snoepje doet ze of ze niets hoort. Harrie begroet ons uitbundig door zich uitgebreid tegen onze benen te strijken. Gade en ik leggen dat graag uit als een teken van grote genegenheid en aanhankelijkheid en dat ze ons gemist heeft. Hineininterpretatie van de ergste soort. Weet ik ook wel. Maar ik waardeer Harrie’s gedrag zeer. Ik ben weer thuis.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *