Thee

De zaterdagse koffieclub heeft in ieder geval voor een keer haar territoir verplaatst. Normaal zie ik het vriendengezelschap in de koffiehoek van de plaatselijke boekhandel. Deze zaterdag is er niet naar de stad gegaan, maar in de buurt gebleven. Twee redenen. De koffie smaakt niet meer zo best bij de boekverkoper. Logisch, want koffie schenken is niet de ‘core bussiness’ van een boekhandel, dus valt hem eigenlijk weinig te verwijten. De andere reden was het pamflet dat deze week op de deurmat lag. “Tati opent haar deuren” is de aanhef en de wervende tekst eindigt met “Waar je echt lekkere koffie drinkt terwijl de oven een geur van versgebakken appeltaart verspreidt…” Dat willen we wel eens meemaken en we spreken af elkaar daar te ontmoeten. Het is op loopafstand, eigenlijk om de hoek. In het pand heeft de afgelopen jaren allerlei nering gezeten. Verschillende bloemenzaken en het stond ook lang leeg. Er zijn van die panden waar geen zegen op lijkt te rust en je de een na de andere ondernemer ziet intrekken en na korte tijd weer verdwijnen.
Tati oogt fris. Maar nergens is een foto van M. Hulot te vinden. Tati heeft niks met Jacques te maken, maar blijkt een Frans kooswoord voor tante. Het isĀ  ingericht met oude meubeltjes. Vintage heet dat tegenwoordig. De bedienende meisjes lopen met schorten voor die uit de kast van mijn moeder hadden kunnen zijn en het ruikt er inderdaad naar appeltaart, verse appeltaart. Een van de dienstertjes is een studente van een lid van ons club die naar zijn zeggen hele mooie dingen maakt. Ze heeft ook een licht Duits accent. Zo charmant. Je hoort bij haar de h nog in het woord thee. En een glimlach. Helemaal Tati. De cappuccino is zoals die hoort. Het lepeltje blijft rusten op de schuimlaag en de appeltaart is nog warm. Door de grote ramen schijnt de winterzon en de jukebox speelt niet te hard. Straks nog een leestafel en de keuze lijkt gemaakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *