In een ver verleden heb ik getennist. Eerlijk gezegd overstegen mijn escapades op het tennisveld die van een goed willende recreant niet. Ik kwam tot tennissen omdat de toenmalige partner van mijn zus ook nog tennisleraar was. Hij was nog veel meer, zat bij de luchtmacht, was een begenadigd klusser, de vaderfiguur voor mijn nichtje, maar ook tennisleraar. Hij is, net als mijn zus overigens, inmiddels overleden. Maar ik denk nog met dankbaarheid aan het vele werk dat hij destijds verzette in mijn nieuwe huis, dat ik in 1975 betrok en waar hij alle plafonds en muren net zolang witte tot het zijn toets der kritiek kon weerstaan. En daarbij lag de lat hoog. Van hem leerde ik dus de basisbeginselen van het tennissen. Een tijd daarna werd ik lid van een tennisclub. Lindenholt. Mijn zus, inmiddels met een andere partner, was daar ook lid. In die club kon je twee type spelers onderscheiden. De roodneuzen en de blauwneuzen. De roodneuzen waren de fanatieke tennisser, hun schoenen rood van het gravel. De blauwneuzen waren meer aan de bar te vinden. De poten van de barkrukken gaven namelijk blauw af . Mijn schoenen kleurden licht paars.
Ik haakte af met een tennisarm. De techniek was mij weliswaar goed geleerd, maar aan de uitvoering schortte een en ander. Heel veel later heb ik nog kort met Gade getennist bij de Insiders. Naar haar zeggen won mijn tactisch inzicht het van mijn technisch vermogen en als ik al eens een game won was dat op tactiek, zeker niet op techniek. Dus ook daar speelde na kort tijd mijn tennisarm weer op. Teveel vanuit de pols en elleboog gespeeld, te weinig vanuit de schouder. Sinds die tijd, nu al weer vele jaren geleden, heb ik geen racket meer aangeraakt. Mijn Schnauwaert ligt ergens in een hoekje te verstoffen, als het niet al op een of andere rommelmarkt terecht is gekomen.
Van de week tijdens de hartrevalidatiesport kreeg ik weer een racket in handen. We speelden een potje tennis met schuimrubberen ballen en volstrekt eigen regels. Mijn tactiek was nog even sluw als ooit, mijn techniek nog even belabberd. Vandaag voel ik de pijn in mijn elleboog gelukkig weer langzaam weg trekken.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links