Een paar dagen geleden vierde mijn tatoeage zijn zilveren jubileum. Ik weet dat nog zo goed omdat een dag nadat ik mij met een piep klein roosje had laten versieren ik getuige was bij het huwelijk van een allerbeste vriendin. Vandaag viert zij haar zilveren bruiloft, een bruiloft die ik meemaakte met de vers gezette lichaamsversiering. Het was in die tijd nog veel minder gebruikelijk een tatoeage te laten zetten. Nu loopt half Nederland met zo’n vaak veel kleurige versiering waar mijn petieterige roosje maar schriel tegen afsteekt.
Lang voordat ik mijn tatoeage liet zetten had ik al die nauwelijks uitgesproken wens om er eentje aan te schaffen. Een wens die eigenlijk nergens op gebaseerd was. Geen diepe gronden, geen overwegingen. Gewoon, ik wilde een tatoeage! Punt. Op een borrel met collega’s kwam dat een keer ter sprake. Vraag me niet meer hoe en waarom. In vijfentwintig jaar slijten sommige herinneringen meer dan andere. Maar dat gesprek leidde er wel toe dat ik met twee collega’s naar de tatoeage-studio in de Plu-fabrieken trok. Het was een maandagmiddag om 4 uur. Ik had nog geen flauw idee wat ik wilde laten tatoeĆ«ren. Ik wist wel dat het een ouderwets tatoeage-symbool moest zijn. Een hart of een anker of zo iets. Niet te uitgesproken, niet te manifest. In de voorbeeldboeken was er keuze te over. En het werd een roosje, hoog op mijn rechterarm. Donkerblauwe lijntjes, wit ingekleurd. Het zag er vijfentwintig jaar geleden heel erg fris uit. Fijne heldere lijnen, subtiel kleurtje. Ik was trots op mijn tatoeage, geregeld ook een mooi onderwerp van gesprek waarin afwijzing en verwondering elkaar afwisselden: “Jij, een tatoeage, hoe ben je daar toch toe gekomen. Past toch helemaal niet bij jou!” Wel dus.
Goed, het roosje staat er niet zo florissant meer bij als toen op 20 september 1993. Lijntjes zijn wat vager geworden, niet meer zo strak en scherp. Maar het lijkt of het wel veel hechter deel van mij is geworden.
Vanavond vier ik het 25-jarig huwelijk van mijn vrienden.Ik weet niet of ik een toespraakje ga houden, maar de metaforen liggen voor de hand.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links