Ik hou van taal. Van lezen en schrijven. En enig taalgevoel kan mij niet ontzegd worden. Toch is het soms ook vechten met taal. Gisteren schreef ik in mijn blog dat ik mij aan iets irriteerde. En wat blijkt, ik kan mijzelf helemaal niet irriteren. Iets kan mij irriteren. Ik kan me alleen maar ergeren. Toch heb ik de indruk dat iedereen goed begrijpt wat ik bedoel als ik schrijf dat ik me irriteer aan iets. Maar het is wel fout. Zo hebben we het afgesproken bij irriteren. Dat doe je niet zelf, dat laat je je doen.
Hoe fout is fout? Als ik een buitenlandse taal spreek maak ik, los van het accent, heel veel fouten. Toch oogst ik alom bewondering omdat ik mij probeer uit te drukken in een andere dan mijn moedertaal. De fouten worden voor lief genomen. Bij het Nederlands ligt dat anders. Dat dient er foutloos uit te komen. Zo goed als foutloos. In de meeste gevallen helpt mijn taalgevoel mij daarbij een heel eind op de goede weg. Maar er zijn dingen waarbij mijn gevoel mij in de steek laat. Zo moet ik altijd nog nadenken bij het gebruiken van ‘als’ of ‘dan’ en fluister ik in voorkomende gevallen zachtjes in mijzelf “even als; groter dan”. Dat wat kunstmatige onderscheid zit niet als vanzelf in mijn systeem. En daarnaast zijn er dan nog de gewone domme fouten en verschijnt in mijn teksten op de vreemdste plaatsen een ‘dt’ waar een ’t’ zou volstaan. Zelf ben ik wel scherp op het gebruik van die en dat. Gade wijst mij er op als we het over taalgevoel hebben dat ik als ik op radio of tv daar een fout in hoor maken ik met enig fanatisme tot verbetering overga. Ach ja, de splinter in andermans oog valt nu eenmaal meer op dan de balk in het eigen oog.
Gisteren mocht ik weer het Nimweegs Dictee voorlezen. Voor het veertiende jaar schreef ik een tekst in dat sociolect, waarbij mijn correctieprogramma zo goed als elk woord met rood onderstreepte. Dat zou kunnen betekenen dat ik dus een koeterwaals zou spreken ver van het ABN af. Toch werd ik tamelijk goed begrepen. De taal is het gans het volk. Ik irriteer me niet als de ander dat niet zo ervaart, want ik kan me blijkbaar taalkundig niet irriteren. Hooguit erger ik me een beetje.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links