Stralingshygiëne

Ik word verwacht. De secretaresse van de afdeling B50 zoekt mij op in de computer. En ja, ik blijk te bestaan en ook een afspraak te hebben. Ze verwijst me naar de wachtkamer van de afdeling B48. Het was nog een kleine puzzeltocht om bij B50 te komen. Het ziekenhuis is in een schier permanente staat van verbouwing. Op de richtingsborden ontbreekt B50. Of het bord waar dat op zou kunnen staan is afgeplakt. Achter een tafeltje zit een gastvrouw zich te vervelen. Opgetogen beantwoordt ze mijn vraag hoe ik bij B50 kan komen. Eindelijk iemand die om informatie vraagt. “Door het Binnenhof, direct linksaf en dan door de gele deur.” Ik kom op een pleintje waar wel 6 gangen op uitkomen, maar geen verwijzing naar B50. Een vriendelijke jongeman met een merkwaardig kapsel, waardoor hij er uit ziet als een indiaan zonder verentooi, ziet mijn vragende blik. Hij wijst mij op de gele deur die ik had kunnen verwachten. Zo kom ik toch op de juiste afdeling.
In de wachtkamer krijg ik nauwelijks tijd om mijn jas uit te trekken of ik word al binnen geroepen. Twee dames stellen zich aan mij voor, maar van een onthoud ik de naam. Silvia. Ik krijg van haar, maar het kan ook van de ander, een naaldje in mijn ader geprikt. Daardoor zal straks de radio-actieve vloeistof die bij de scan zo’n helder beeld moet oproepen, ingespoten. Daarvoor moet een arts komen. Een nucleair geneeskundige. Ik wist niet eens dat die bestonden. De twee ‘zusters’ zijn ook geen verpleegkundige, maar gespecialiseerde medewerkers. Ook iets met nucleair als bijvoegelijk naamwoord. Blijkt een aparte opleiding voor te zijn.
De arts komt binnen. Op een soort ligfiets moet ik rustig meetrappen. Het heet een inspanningsonderzoek te zijn, maar de inspanning valt erg mee. Na zes minuten is het gepiept. Nu moet ik wachten en een meegebrachte boterham eten. En ik mag weer een kop koffie. Dan wordt de scan gemaakt. Een keer liggend, een keer zittend. Het onderzoek zit er op. Voor ik vertrek bezoek ik het toilet. Daar hangt een bordje: “I.v.m. de stralingshygiëne wordt de heren verzocht zittend te plassen.” Zo’n vriendelijke uitnodiging kan ik niet weerstaan.