Straatje

Het is een non-descript straatje tussen een stel dezelfde non-descripte straatjes. Een uitbreidingsplan zoals er tientallen gerealiseerd zijn in steden, stadjes en dorpen om het hoofd te bieden aan de naoorlogse behoefte aan woningen. Ook het dorp G realiseerde in de jaren ’60 van de vorige eeuw zo’n wijkje. Het dorp had er toen nog geen weet van dat er decennia later een trek vanuit het westen zou ontstaan naar dit deel van het land. Anders hadden de vroede vaderen van de toen nog zelfstandige gemeente dat gebied wel anders verkaveld, er wat ruimere en meer riante behuizing laten neerzetten en die tegen goudgeld aan de emigranten uit Holland (Noord en Zuid) ter beschikking gesteld. Het dorpje G scoorde niet voor niets heel hoog op de lijst van miljonairsgemeenten. Nu schurkt het wijkje zich tegen de kern van het dorp aan. Een wijkje van niks, maar ook niks mis mee. Ruim van opzet, veel groen en parkeerruimte te over.
Nog niet zo heel lang wonen twee vriendinnen van Gade en mij in dit wijkje in het dorp G. Zij beschikken ook over een wat geksche rend het landgoed wordt genoemd, een liefelijke plek in de bossen van het aanpalende dorp J, een dorp dat zelf ooit te klein was om ook maar te denken over een nieuwbouwwijkje en dat dan ook niet groter is geworden dan een doorgaande straat, een kerk, een schooltje, een voorrangskruising en wat verspreide boerderijen en vakantiehuisjes. Dat landgoed is voor de twee vriendinnen een uitgelezen werkplek voor hun kunstzinnige arbeid. In de winter kozen zij echter voor de warme beschutting van de grote stad N, die zij nu geruild hebben voor de woning in het dorp G. Hun aanwezigheid maakt het straatje direct veel minder non-descript. Gade en ik gaan bij hen op de koffie. Hun huis is aangekleed met hun bijzondere werk, uniek decor voor een plezierig bezoek, goed gesprek en dat plezierige gevoel van wederzijdse genegenheid. En dat gewoon in zo’n straatje inĀ  het dorp G.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *