Sleuteltje

Zoonlief belt. Hoe ik naar het voetballen ga, met de auto of met de fiets. Buienradar laat zien dat ik tussen de druppels door droog het stadion kan bereiken en waarschijnlijk ook zo weer terug. “Met de fiets”, zeg ik, “Mijn portie beweging nog niet gehad.” We zien elkaar wel bij het stadion.
Ik kleed me stevig aan, NEC-shawl om, dito muts op. Als ik 40 meter van huis ben, wil ik de accu aan zetten. Deze oude man heeft een elektrische fiets. Werktuigelijk tast ik onder de bagagedrager naar het sleuteltje om de accu op ‘on’ te zetten. Ik grijp in het luchtledige. Kan niet. Sleuteltje kan niet weg zijn. Maar als ik afstap zie ik ook dat er geen sleuteltje in het slot steekt. Terug naar huis. In de gang ligt ook geen sleuteltje. Ook de zakken waar het in zou kunnen zitten: allemaal leeg. Dan toch maar met de auto. Het is nog een fiks eindje lopen van de parkeerplaats naar de Hazenkamppoort, waar ik luid hijgend aankom. Ik heb niet voor niets een fiets met trapondersteuning. “Rustig aan, pap, je moet de wedstrijd nog zien.”  Bemoedigende woorden. Ik vertel mijn verhaal en heb nog geen flauw idee waar het sleuteltje zou kunnen zijn. We winnen met 3-2.
Thuis zoek ik nog eens alles af. En dan herinner ik mij dat tikje, dat ik niet kon thuisbrengen toen ik die middag een pakje van de bagagedrager haalde en de snelbinder even bleef haken. En ja, het tikje blijkt veroorzaakt door het sleuteltje dat door de snelbinder uit het slot werd gelicht en door een kleine opening precies in de kettingkast is gevallen. Het is al tegen middernacht als ik besluit morgen de fiets op zijn kop te zetten om het sleuteltje door diezelfde kleine opening terug te peuteren. En dat is net gelukt.
Het leven is mooi: sleuteltje terug en NEC 3 punten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *