Schampregen

De Eskimo’s, politiek correcter de Inuït, zouden heel veel verschillende woorden voor sneeuw hebben. Wikipedia komt tot 22, maar stelt daarbij ook dat het Engels tot 21 woorden voor sneeuw of sneeuwgerelateerde begrippen komt. Eigenlijk is het een broodjeaapverhaal, maar te mooi om er niet in te geloven. Als Nederlandse tegenhanger voor het Eskimose sneeuw is er de regen, waar wij weer heel veel woorden voor zouden hebben. Als het regent kan het plenzen, gieten, stortregenen, motregenen, kan er een buitje vallen, slagregenen, miezeren, soldaatjes regenen of stippelen. Sinds gisteren weet ik van het bestaan van een nieuw soort regen.
Mijn straat, naar bekend, in ieder geval bij zijn bewoners, de gezelligste straat ter wereld, hield zijn jaarlijkse straatboorrel. Er worden een aantal parkeervakken leeggehouden. De deelnemers brengen een stoel en een glas mee en het straatcomité zorgt voor de drank, de hapjes en een partytent. Verder is er geen programma dan kouten met elkaar. Nieuwe bewoners melden zich en raken bekend met de oudere bewoners. Er worden nieuwe verhalen verteld en oude nog eens opgepoetst en zo ontstaat een stukje orale straatgeschiedenis. Die zal nooit opgeschreven worden en ooit zullen ze vergeten worden. Maar nu kunnen we nog de geschiedenis van heel wat bewoners vertellen, het reilen en zeilen van de straat. Van die ene meneer die dood in zijn huis gevonden werd en de oude mevrouw die met tranen in de ogen haar huis moest ruilen voor en aanleunwoning of de Canadese professor die er maar zo kort had gewoond. En we zeggen heel vaak tegen elkaar dat we zo boffen met het weer, dat we nog zo lekker buiten kunnen zitten, al wordt er in de loop van de avond wel een truitje of vest aangetrokken. Maar regen lijkt er niet in te zitten. Ik spreek dat tegen, want mijn buienradar geeft aan dat er regen lijkt te komen. Mijn buurman kijkt met mij mee en komt met een prachtig nieuw woord. “Dat is schampregen, die zal net langs ons heen trekken.” Een half uur later blijkt de schampregen zich niet aan zijn koers te houden en begint het te regenen. Komt mooi uit, de hapjes zijn op, de drankvoorraad danig geslonken. De straatborrel wordt afgebroken, maar is toch niet in het water gevallen.