Katten hebben een fantastisch bewegingspatroon. Weliswaar bestaat dat van mijn kat Thomas voornamelijk uit het heel lang en mooi liggen slapen op zijn dekentje met tijgerprint op de vensterbank boven de verwarming. Maar als hij ooit wakker wordt, is het een intens genot om te zien hoe zorgvuldig hij ieder deel van zijn zachte lijf weer tot leven wekt. Met de grootste zorgvuldigheid wordt de rug beurtelings gekromd en gerecht, worden de poten een voor een uitvoerig gestrekt, zodat hij twee keer zolang lijkt als hij is, hij schudt een keer of wat zijn kop en zet dan, bijna behaagziek, zijn eerste nog luie stappen, waarin de diepe slaap waar hij net uitkomt nog doorklinkt. Zijn eerste gang is dan naar zijn voerbakje, waar hij behoedzaam een paar brokje verorbert. En dan miauwt hij dat hij even naar buiten wil. Soms voor een plasje, maar vooral ook om te zien of hij nog de heerser over zijn territoir is en hij Sep, George of de kleine rooie, zijn niet geliefde buurkatten, moet verjagen. Zijn vriendje Bertje wordt met de nodige egards begroet.
Van het rek- en strekproces van Thomas kan ik nog heel wat leren. Wij mensen veronachtzamen vaak de overgang van rust naar beweging en ik voel hoe moeizaam ik vanuit een te luie stoel weer omhoog kom. Niks geen fysieke voorbereiding op de houdingsverandering. Hoogstens een meelijwekkend kreunen en steunen tijdens dat proces. Terwijl ik toch heel goed weet hoe het zou moeten. Niet alleen door goed naar Thomas te kijken maar ook te doen wat mij gistermiddag weer tweevoudig is voorgedaan en ingeoefend. Het geviel zo dat ik die middag zowel mijn onregelmatige zangles had en een paar uur later mijn wekelijkse fitnessuurtje. En beide sessies beginnen met opwarmen en rekken en strekken. Bij de zangjuf om de longen vol nodige lucht te krijgen en de spieren daaromheen soepel te maken. Goed voor mijn klankkast. En ik reik naar de hemel en draag gouden zonnen voor me uit. En bij de fysio warm ik mijn lijf op voor de oefeningen die ik op de vreselijkste apparaten ga doen. Ik voel mijn lijf en dat voelt goed. Ik weet dat het er niet zo soepel uitziet als bij Thomas. Maar het beweegt nog.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links