Ramkraak

Ik woon in een gezellig, maar pietepeuterig straatje. Een woonerfstraatje dat uitkomt op een rotonde met daarop een heel lelijk beeld. Vanuit mijn  straatje kun je de rotonde niet oprijden. Mijn straatje loopt dood. Aan het eind van het straatje, bij de rotonde, staat aan beide kanten een winkel. Aan de oneven kant een dierenwinkel, aan de even kant een sigarenwinkel. De winkels hebben geen nummer aan mijn straatje, maar omdat ze precies op de hoek staan het nummer van de straat die de rotonde in zijn profiel heeft. De lelijke rotonde zelf heeft niet eens een naam gekregen. En al liggen de winkels dus niet echt aan mijn straatje, ze horen er toch wel helemaal bij. Zeker de sigarenwinkel. Dat is zo’n winkeltje waarvan er veel meer zouden moeten zijn. Er waren er ooit veel meer van, maar de grootgrutter sloeg toe en heel veel van deze kleine buurtwinkeltjes verdwenen. Dit winkeltje is er nog. Een handvol vierkante meters. Een heel vriendelijke mevrouw, naar wie het winkeltje ook vernoemd is. En je kunt er sigaren, sigaretten, tijdschriften,felicitatie- en rouwkaarten, kranten, snoep en nog wat ongeregeld kopen. En krasloten en staatsloten en je kunt er je ov-chipkaart opladen. En op een raam staat dat het een afgiftepunt voor een stomerij is, en dat is ook zo. En heel vaak kun je er lezen dat roken dodelijk is.
En op dat bijna uit de tijd zijnde winkeltje is deze week een ramkraak geprobeerd. Ramkraak. Het winkeltje heeft niet eens een pui die ramkraakaanlokkelijk lijkt. Gewoon een deur, zo breed als een gewone huisdeur. En daar hebben onverlaten een auto tegenaan gezet. Waarvoor? Voor sigaretten, snoep, oude kranten? Toch niet voor mijn twee colberts die daar hingen omdat ik vergeten was ze op te halen. De deur heeft de aanslag kunnen verijdelen, maar niet overleefd. Vervangen door een nog steviger exemplaar. En de mevrouw van het winkeltje was ontdaan. Vanzelfsprekend. Ze hebben van haar winkeltje af te blijven, de boeven.
Ramkraak, een groot gevaarlijk woord. Mijn straatje, decor voor een ramkraak, lijkt opeens minder pietepeuterig.