Ik wil u niet lastig vallen met bespiegelingen over mijn gezondheidstoestand. Dat doe ik mijzelf ook niet aan. Ik ben er van overtuigd dat het gaat zoals het gaat. Natuurlijk kun je het nodige doen om een en ander op de rails te houden, maar het is godsonmogelijk om zelf altijd de wissels in de juiste stand te zetten. Dat leidt er toe dat je soms een kant op gaat die je niet verwacht en dat je uitkomt op een rangeerterrein waar je, voor verder te mogen rijden, eerst een onderhoudsbeurt moet ondergaan. Onderdelen worden vervangen of weer wat schoon geborsteld, bijgesteld en opnieuw gesmeerd zodat ze, inderdaad, weer gesmeerd gaan lopen.
Een van die regelmatige stops is voor mij het contact met de trombosedienst. Om de drie weken prik ik de INR-waarde van mijn bloed. Op grond van die uitslag bepaal ik het aantal pilletjes dat ik dagelijks moet slikken om mijn bloed de juist viscositeit te geven. De trombosedienst waardeert mijn waarneming, gaat daar mee akkoord of past een correctie toe. Dat gaat allemaal digitaal. Voor de trombosedienst ben ik een thuismeter. Dat bespaart mij mening gang naar die dienst, ik controleer mij zelf. Maar 1x keer in de drie maanden moet mijn zelf-rijdend treintje toch een controle-beurt krijgen. Vandaag was het weer zover. Mijn INR-meter wordt geijkt en ik krijg nieuwe controle-strips mee. Daar krijg ik ook te horen dat de drie-maandelijkse check tot het verleden behoort. Vanaf nu volstaat een jaarlijkse controle en zal de volgende afspraak op 9 september 2020 zijn om half drie. Soms realiseer ik me dat ik een man van de dag ben. Daar is op zich goed mee te leven, maar als de verpleegkundige mij vertelt dat zij mij pas over een jaar verwacht kan ik toch niet anders opmerken dat ik dan misschien al drie maanden dood ben. Ietwat geschrokken antwoordt zij dat zij dat toch niet hoopt. Ik ook niet, maar soms, je weet maar nooit. Prognoses zijn uit den boze. Die maak je hooguit voor de wedstrijd Nederland-Noord-Ierland op 10 oktober a.s. (3-1).
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Mooie vergelijking, Jan, met dat rangeerterrein voor de trein. Maar je weet, krakende wagens rijden het langst ….