Parijs

Om kwart over tien vertrek ik naar Frankrijk. Met de auto. Een mogelijk riskante onderneming gezien de weersomstandigheden. We zullen gedrieën reizen naar de halfjaarlijkse vergadering van het bestuur van een Europese stichting waar ik penningmeester van ben. De bestuursleden komen uit Frankrijk, Portugal en Nederland en de voorzitster woont in Parijs. Vandaar dat we daar vergaderen in haar ruime appartement in een zijstraat van de Boulevard St. Germain. Het belooft een pittige vergadering te worden. Minstens zo pittig zal de reis worden. Ik weet niet hoe goed de Belgen en Fransen hun wegen strooien. Wat mij betreft hadden we ook met de trein gemogen, maar ik heb lang niet altijd alles voor het zeggen.
Ik heb mij voor de reis gewapend met mijn nieuwe laptopje. Zoonlief heeft het apparaatje verbonden met een open office verbinding (al dat tenminste zo heet) en het hotel waar we verblijven, zag ik op Internet, heeft een WiFi gratuit. Dus als het allemaal klopt en we komen in Parijs aan, kan ik morgen dit blog vanuit de Lichtstad verzorgen. Bijna 65 en ik wordt wereldburger.
Voor een paar dagen Parijs heb je maar weinig nodig. Door de nieuwe laptop zelfs geen vergaderstukken meer, want die heb ik op mijn computertje gezet. Nu hoop ik wel dat ik mij morgenmiddag nog herinner welke knopjes ik moet indrukken om bij die bestanden te komen en ik door een gruwelijke speling van het lot niet per ongeluk iets verkeerd indruk en kijk naar een leeg scherm, zoals Leo Vroman ooit keek naar zijn “lege handpalm, grote God en nooit meer spreken”. Toch mooi dat er bijna overal als troost poëzie voor bestaat.
Normaal rijdt mijn chauffeur in een uur of vijf van hier naar daar. Of dat nu weer lukt? Dat kan ik pas vertellen als ik weet hoe lang we in de rij hebben moeten staan om Parijs binnen te komen. Ik doe nog maar een poëziebundeltje in mijn weekendtas.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *