Papierwinkel

Een paar dagen gelden meldde ik dat wij bezig zijn met het oversluiten van onze hypotheek. Betere voorwaarden, lagere rente en meer zekerheid waren de argumenten waar mee onze adviseur ons over de streep trok. Daar was overigens weinig overtuigingskracht voor nodig, zijn rekensommetjes lieten onder de streep aardige besparingen zien. Wij kregen een stapel papieren gemaild, rapporten, voorwaarden, informatie, akkoordverklaringen. Binnen de kortste keren werd het een echt dossier. Even leek er een kinkje in de kabel te komen. De adviseur belde met de vraag of hij het getekende acceptatieformulier nog bij ons lag. Er lag niets meer op tafel en niemand had ook iets weggegooid. Ook tussen mijn paperassen was niets te vinden. Tien minuten later weer een telefoontje. De bewuste brief zat toch gewoon tussen zijn spullen, er over heen gekeken, het zou nu allemaal in orde komen.
Dan belt de taxateur die eergisteren op bezoek was en ten behoeve van de hypotheekverstrekker een waarderapport diende op te stellen. Een rapport over ons huis, dat kadastraal nog twee woningen zijn, maar door de gemeente (en door ons) als één beschouwd wordt en aangeduid wordt op de woz- en rioolrechtenaanslagen als 17(samen met 19). Hem is de zaak volkomen duidelijk maar het validatie-instituut wil per se de gemeentelijke goedkeuring voor het samenvoegen van de twee panden zien en neemt geen genoegen met een kopie van de gemeentelijke aanslag waaruit je zelfs zonder al te veel goede wil kunt afleiden dat de gemeente akkoord is met die samenvoeging. De taxateur vraagt of ik ergens die gemeentelijke goedkeuring zwart op wit heb. Ik moet daar toch ooit bericht va hebben gehad is zijn niet geheel onterechte veronderstelling. Ik zou niet weten waar die te zoeken en voorzie een lang weg door de gemeentelijke instanties om alsnog een afschrift van  die toestemming boven water te krijgen. Ik beloof de taxateur mijn best te doen. Ik zoek in een oud geldkistje en vind daarin twee trouwboekjes en een lang verlopen garantiebewijs van een allang niet meer in mijn bezit zijnde auto en een setje benzinebonnen uit de tijd van de autoloze zondag in 1973. Maar geen gemeentelijke verklaring. Dan in arren moede open ik tegen beter weten in een lang niet meer gebruikt bureautje. En wat lacht mij daar, onverwacht en zelfs in tweevoud, toe: een schrijven met gemeentelijk briefhoofd en als onderwerp ‘Vergunning woonruimteonttrekking Van Langenveldstraat 17-19‘. Die n te veel in de straatnaam vergeef ik de opsteller graag. De vergunning is verleend blijkt een paar alinea’s verder en gedateerd op 30 oktober 2001.
Zeg maar eens dat ik mijn papierwinkel niet op orde heb!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *