Overvloed

De hele ‘extended family’ was weer eens bij elkaar. Paasbrunch op Tweede Paasdag en zoals gewoonlijk was dat bij Ex thuis. Zij was nog op krachten aan het komen na een fikse griepaanval en daarom spraken wij af dat we allemaal onze bijdrage zouden leveren aan de brunch. Er werd een taakverdeling gemaakt. Zoonlief zou voor een soepje zorgen, Gade en ik brachten brood en een joekel van een paasstol mee, dochterlief een overdaad aan vleeswaren en er waren uiteraard veel te veel eieren en en een assortiment kaas en zoetwaar, de schoonzus maakte een heerlijke zalm-garnalentaart. Dat alles waren ingrediënten van een zeer rijk gevulde dis. We waren met ons elfen, maar zelfs als een veelvoud daarvan aan tafel had gezeten dan was er na de maaltijd nog genoeg overgebleven om zelfs zonder wonderbaarlijke ingreep die meute te drenken en voeden. Dat is toch altijd weer het zelfde, als er door verschillende mensen wordt ingekocht, blijkt het uiteindelijk niet alleen meer dan genoeg, maar ook nog eens veel te veel te zijn. En zo gaat na afloop van de maaltijd de een met een halve stol, de ander met een vracht aan vleeswaar, de derde met een maaltijd aan resterende zalm-garnalentaart huiswaarts. Het lijkt of het wonder van de voedselvermenigvuldiging weer heeft plaats gevonden. Dat wonder waarin de man uit Nazaeth een menigte van 5.000 mannen te eten geeft van vijf broden en twee vissen en wel zo overdadig dat er na afloop twaalf korven brood overblijven. Die ooit aan het begin van zijn openbare leven feestgangers kon doen geloven dat het water dat zij  dronken wijn was, goede wijn. Iemand die dat kan doen geloven, daarvan is toch ook te geloven dat hij uit de dood is opgestaan. Hoe wonderlijk. Maar het is tenslotte niet voor niets weer Pasen geworden.
We zitten met elf aan de Paasdis, net zoveel als er apostelen waren, nadat Judas zich verhangen had. Maar dat zal wel toeval zijn. geloof ik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *