Op het moment dat ik een instelling voor de gezondheidszorg betreed overkomt mij een groot gevoel van gelatenheid. Maakt niet uit wat het is. Of het nu een prikpost van de trombosedienst is, de spreekkamer van mijn huisarts of de behandelruimte van de fysiotherapeut het maakt mij niet uit. Dan overkomt mij het wat ik zou willen noemen “in- uw-handen-beveel-ik-mijn-lichaam-syndroom”. Een soort ontspanning van laten komen wat komen moet, misschien ook wel een God-zegene-de-greep-attitude en laat maar gebeuren wat gebeuren moet. In veel gevallen sluit ik mijn ogen en probeer mijn geest vrij te maken en de therapeut, specialist of welke behandelaar dan ook zijn of haar zegenrijke werk te laten doen. Volgens mij ben ik een meester in het hospitaliseren, ik kan geweldig goed patiënt zijn zijn. Soms denk ik dat nu ik echt pensionado ben geworden maar als beroep patiënt ga zijn. Maak je niet ongerust, dat is geen voltijds baan, bij lange na niet. Het is meer een vrijwilligersbaantje voor een paar uur per week,een 0-urencontract met als enige vergoeding een mogelijk iets langer of beter leven. En dat is ook al mooi meegenomen.
Een paar weken geleden was ik op bezoek bij de mondhygiëniste. Zij constateerde dat een van mijn voortanden een zwervend bestaan leidde. Dat kon welk kloppen want lang geleden was er een soort mini-bekisting achter mijn voortanden geplaatst, een sterk verkleinde vorm van de Hondsbossche zeewering, die bedoeld was om een en ander in het gareel te houden. Maar ook hier sloeg de tand des tijds (ja de woordspelingen liggen voor het oprapen) toe. De bekisting brokkelde langzaam af en verloor zijn functie. Een nieuwe deltadijk om voor het nodige verband te zorgen was noodzakelijk.
Ik vlij mij in de tandartsenstoel, open mijn mond en de tandarts en assistente beginnen de restauratiewerkzaamheden, geregeld informerend of het nog gaat. Ik antwoord met een gekreund geluid dat zij terecht als ‘ja’ interpreteren. Na en kwartiertje is de schade hersteld. Gepolijst en wel. Langzaam kom ik uit de stoel omhoog. Ik ben weer patiënt af. Voor een paar uur. De fysiotherapeute wacht.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links