Oudoom

Gisteren stak ik al de loftrompet over de boeken van de schrijfster Griet op de Beeck. En daar kunnen nog wel een paar jubeltonen bij. Ik las weer een paar hoofdstukken uit haar debuutroman en wat mij nog nooit overkomen was bij het lezen van een boek gebeurde nu. Ik voelde de tranen bij mij opkomen. Nu weet ik ook wel dat met het toenemen der jaren ik een steeds grotere emo-kikker word. Ik hoef maar iets op tv te zien dat mij raakt, en dat kunnen de meest uiteenlopende zaken zijn, en hup daar is de brok in de keel en krijgen mijn ogen die vochtige glans. Het einde van het liedje van Claudia de Breij “Mag ik dan bij jou” haal ik niet met droge ogen, hoe vaak ik het ook hoor. Dus ik ken het wel van mezelf, die lage emo-drempel. Maar bij boeken heb ik dat nooit gehad, dat wat ik las mij zo raakte. Griet op de Beeck had mij opgenomen in de familie die zij in “Vele hemels boven de zevende” aan mij voorstelt. Ik voelde mij de broer van Eva en Elsie, of misschien dan niet de broer, maar dan toch in ieder geval een verre neef of beter nog, een oudoom. En hun verdriet en wanhoop werden mijn verdriet en wanhoop.
Ik ben nog maar zelden zo door een boek geraakt. Er is maar een boek dat ik ooit twee keer gelezen heb. Dat is “Het grote avontuur” van Alain Fournier. Dat las ik ooit lang geleden voor mijn lijst en korter, maar toch ook al weer een hele tijd, geleden op vakantie in Frankrijk, vlakbij de plaats waar het verhaal van de misschien wel nooit voorbije jeugd zich afspeelt.
Waarom ik boeken nooit herlas? Er ligt nog zoveel niet gelezen werk te wachten. Werk dat mij zal verrassen, boeien, ergeren, ontroeren. Maar of het mij ooit zo zal raken als die slothoofdstukken uit “Vele hemels boven de zevende”? Tenzij ik ooit alleen nog maar emotie ben.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *