We worden gewoon te oud. Op een gegeven ogenblik lijkt het niet meer te kloppen. Ons lijf wordt te stram en te stijf om alle functies die jarenlang zo vanzelf sprekend leken te zijn naar behoren te vervullen.
Ik heb ooit ergens gelezen of gehoord dat het menselijk lichaam gemaakt was om zo’n 40 jaar mee te gaan. Zo rond die tijd zou de sleet er in kunnen komen en zou het logisch zijn dat er haperingen gingen optreden. Na die tijd zou het de verkeerde kant op kunnen gaan, lichamelijk en geestelijk. Bij de een wat meer dan bij de ander. Maar verslijten doen we. Bij de een blijft het lijf in topconditie maar takelt de geest in een ongewild snel tempo af. Bij de ander blijft de geest sprankelen als van een twintigjarige. Bij de een in sprake van een gezonde geest in een krakkemikkig lichaam, een ander kan bogen op een krachtig lijf maar haperende geest. Weinigen is het gegeven tot op hoge leeftijd èn geest èn lichaam in tact te houden. De meesten van ons worden gewoon te oud om de verloedering voor te blijven. Daar zijn we, ik in ieder geval, niet op gebouwd. We worden gewoon te oud voor onze leeftijd en met veel kunst- en vliegwerk, een pot vol pillen en regelmatige controles en check-ups worden we ouder dan dat we ooit gedacht hadden te worden. Zonder al dat kunst- en vliegwerk, pilletje meer, pilletje minder hadden we de pijp allang aan Maarten gegeven. Zonder de geregelde onderhoudsbeurten waren we allang een herinnering geworden.
Elk jaar zingen we dat hij of zij lang zal leven. Drie maal hoera. Maar soms denk ik wel eens dat we niet gemaakt zijn voor weer een jaar en nog een jaar erbij. Misschien leven we wel gewoon te lang, langer dan bedoeld. We worden gewoon, nou ja gewoon, te oud, veel te oud.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Ik volg langzaam aftakelend in je voetsporen, die wel in wielsporen zullen overgaan en denk na lezing aan de woorden van Drs. P na mijn felicitatie voor zijn negentigste verjaardag: “Bespaar me de nog vele jaren”.
Met Gade aan jouw zijde word jij krakkemikkig óverjarig, bofkont!!