Orgel

Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ik hou van orgels. Goed, mijn vader zong in het kerkkoor, maar verder was muziek in het gezin waar ik opgroeide geen item. Een broer kon aardig overweg op de mondharmonica en een zwager speelde zelfs ooit in de Luchtmachtkapel, maar daarmee was alles wat er over muziek en mijn directe familie te zeggen viel ook wel gezegd. Er werd thuis geen enkel instrument bespeeld. Pas op veel latere leeftijd kwam er actief wat muziek in mijn leven en ging ik zingen in het Koninklijk Nijmeegs Mannenkoor. Maar al vele jaren lang was ik een trouw bezoeker van de dinsdagse zomeravond orgelconcerten in de Nijmeegse Stevenskerk. Wat mij daar naar toe trok? Ik zou het niet meer weten. Misschien even dat uurtje rust, dat je laten overweldigen door die majestueuze klanken, die het doen lijken of je van binnen helemaal schoon gewassen wordt. Nu al vele jaren gaan Gade en ik samen naar die concerten. We hebben er zelfs goede vrienden aan over gehouden.
Nu, op vakantie in Bretagne hoeven we die goede gewoonte niet te onderbreken. Elke dinsdag is er in de kathedraal van Vannes een orgelconcert. Begint weliswaar een kwartiertje later dan het Nijmeegse equivalent, maar dat maakt niet uit. Vannes is maar 20 kilometer van waar wij tijdelijk wonen. We zijn ruim op tijd voor een kopje koffie voor het concert en nestelen ons op het pleintje bij de kerk. We wanen ons in de Middeleeuwen. We worden omringd door vakwerkhuisjes en de straatstenen zijn echte kinderkopjes die er al eeuwen lijken te liggen. Het concert wordt goed bezocht. Zou dat aan de gratis entree liggen en het bescheiden verzoek om een vrijwillige bijdrage? De organiste van dienst is in haar spel te volgen via een groot videoscherm dat het altaar overhuifd. Het orgel klinkt wat omfloerster dan ons ‘eigen’ Königorgel. Maar het is genieten van de muziek van César Franck en Charles-Marie Widor. Volgende week dinsdag zijn we er weer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *