Het is weer begonnen en voor mij daarmee ook weer goeddeels voorbij, de Vierdaagse-feesten. Ik kreeg een uitnodiging voor de officiële opening, een uitnodiging die ik de laatste jaren aan mij voorbij had laten gaan. Maar dit jaar was ik op de vriendelijke invitatie ingegaan om aanwezig te zijn in de St.Stevenskerk. Het was stampvol en Gade en ik liepen tegen twee stoelen aan waarop ‘gereserveerd’ stond. Wij wisten niet zeker of wij tot de categorie hoorden die op die stoelen plaats mochten nemen, maar wij voelden ons zeer welkom. We gingen zitten. Er kwam een juffrouw van het organisatiecomité langs die aan onze buren duidelijk maakte dat dit gereserveerde plaatsen waren en of ze maar wilden vertrekken naar elders in de kerk. Wij werden niet aangesproken. Dat betekende dat wij toch op een of ander geheime lijst stonden of dat ik zoveel ‘ik hoor hier te zitten’ uitstraalde dat de organisatiecomitéjuffrouw ons verder ongemoeid liet. En toen naast ons de oud-marsleider en echtgenote aanschoof was het duidelijk dat we goed zaten en dat deden we.
Dit soort bijeenkomsten met toespraken, entertainment en hapjes en drankjes heeft een groot ons kent ons gehalte. Zo’n festiviteit is niet compleet als er niet iemand opmerkt dat Nijmegen een dorp is. En ja hoor, alle dorpsbewoners waren er . Handdrukken, luchtzoenen en hoofdknikjes in het voorbijgaan. “Hoe gaat het toch met je?” en “Je ziet er nog goed uit” hoor ik in de vele twee-minutengesprekjes die ik voer. Mensen die ik nergens van ken, spreken mij aan: “Goed dat ik je weer zie!” Sommige kijken me aan met een blik of ze in mij het dochtertje van Jaïrus zien die zojuist uit de dood is opgewekt. De Nijmeegse tamtam heeft de berichten blijkbaar niet altijd even zuiver doorgegeven.
Het programma duurt een uurtje, dan bekijken we de kunstexpositie die soms achter statafels en reclame-banieren lijkt weggemoffeld. Kunst en feest lijken elkaar niet altijd te verdragen. Babbeltje hier, babbeltje daar. Dan is het mooi geweest.
Ik zal de komende week niet veel in de stad te vinden zijn. Er is nu al bijna geen doorkomen meer aan als ik met mijn driewieler naar huis probeer te komen.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links