Mol

Ik had het verkeerd. Ik was er vast van overtuigd dat Paulien Cornelisse de mol was in het programma “Wie is de Mol”. Nu was mijn keuze voor Paulien op volstrekt irrationele gronden genomen. Ik heb te veel afleveringen van het programma gemist om mijn mening te funderen op wat ik van haar gezien had. Mijn keuze lag vooral in het feit dat ik haar woest aantrekkelijk vind en als je eenmaal met zo’n mening behept bent, dan ben je bereid alles wat je ziet uit te leggen in de kraam die jou past. Tunnelvisie noemen ze zo iets. Politiemannen die het idee hebben dat iemand de dader is, hebben daar ook vaak last van. Bevind ik me dus in goed gezelschap. Een gezelschap van meer dan 2 ½ miljoen medekijkers. Hoeveel van hen  zouden een trillende onderlip of een wegdraaiende blik van Paulien ook hebben uitgelegd als een getuige van haar molzijn?
Ik had het dus mis. Bleek de mij verder volslagen onbekende Kees Tol de mol te zijn. Zijn naam had hem eigenlijk al bijna moeten verraden. Maar ik koos dus voor Paulien en daar bleef ik bij. Dat maakte dus ook dat ik niet of nauwelijks attent was op de mogelijke aanwijzingen die op slinkse wijze in het programma verborgen zaten. Vaak waren ze zo cryptisch dat zelfs na de uitleg in de laatste uitzending ik ze niet of nauwelijks begreep. Voor dat soort zaken heb ik geen antenne. Ik kijk liever naar de mensen, kies er eentje uit en blijf daar dan ook bij. En dat weet ik zeker, bij alles wat ze doet, zie je wel dat zij de mol is. Geen oordeel is beter dan een stevig vooroordeel. Ik mag graag Honoré de Balzac in deze citeren die ooit schreef: “Pas op voor uw eerste indruk, het is meestal de juiste.” En zo bleef ik bij mijn oordeel over Paulien. Bleek ze weliswaar niet de mol te zijn, maar wel de winnaar. En dat bedoelde ik, denk ik, eigenlijk.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *