Milo

Ik maak nog steeds deel uit van de grote familie van mijn Ex. Ik ben nu al bijna 25 jaar gescheiden maar de familieband is nooit echt verbroken. Ik en ook Gade horen op een bijzondere manier nog bij haar familie, haar broer en zussen en daar weer de kinderen van. Ik bleef hun zwager. Ik bleef hun oom, al noemt geen een mij zo. Het is een goed en warm gevoel te behoren bij die familie. Elk jaar worden we nog uitgenodigd voor de familiebijeenkomst en ik had de eer twee van mijn nichtjes te mogen trouwen. Illustratief voor de goede band die er nog steeds bestaat en die ik koester. We delen nog steeds lief en leed met elkaar, zij het op afstand. Maar daar is de betrokkenheid niet minder om.
Met enige regelmaat valt er een geboortekaartje op mijn deurmat en blijkt dat er bij een van de nichtjes gezinsuitbreiding heeft plaats gehad. Vreugdevolle gebeurtenis die ik honoreer met een felicitatiekaartje. Ik zal de jonge telg op een volgende familiebijeenkomst bewonderen. Dat is het lief dat we delen.
Deze week kreeg ik een droef bericht. Een van de nichtjes had een kind gekregen. Een jongetje. Milo. Milo was begin augustus geboren. Maar Milo werd geboren met een ernstige spierziekte. Een dodelijke spierziekte, die bij dit kleine ventje snel en onverbiddelijk toesloeg. Begin oktober overleed hij in de armen van zijn ouders, mijn nog-steeds-nichtje  en haar man. Vanaf het kaartje kijkt een vriendelijk manneke mij aan. Grote lachende ogen. Een heel leven in nog geen 60 dagen voorbij. Mijn familie is een beetje kleiner geworden. Ik lees de tekst op het kaartje die eindigt met: “Wij hadden altijd maar één wens voor Milo: dat zijn hele leven fijn zou mogen zijn voor hem. En dat was het. We zullen hem verschrikkelijk missen.”
Ik had een achterneefje en in mij is het stil, doodstil.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *