Ik heb al vaker gezegd dat ik met een microfoon in mijn hand en wat publiek al gelukkig ben. Meestal maakte ik die opmerking als mensen mij complimenteerden na een presentatie of iets dergelijks. Ik vond het geen bijzondere verdienste. Het ging mij gemakkelijk af. Vaak zeiden mensen dat ze dat niet zouden kunnen, zo voor een groep staan en wat los voor de vuist weg de boel aan elkaar kletsen. Voor mij was dat altijd weer genieten en dat is een prettige bijkomstigheid als het woordvoerderschap ook nog een deel van je werk is. Ik zou niet weten hoe vaak in mijn leven ik zo bezig ben geweest. Honderden huwelijken gesloten, Nimweegse dictees aan elkaar gepraat, bij uitvaarten een woordje gesproken, schrijversinterviews en boekpresentaties gedaan, onbenullige gelegenheidsspeeches afgestoken en zelfs een paar keer een lekenpreek gehouden. En al die keren was het in ieder geval voor mij genieten.
Maar nu ben ik zaken aan het afbouwen. Ambtenaar van de burgerlijke stand ben ik al tijden niet meer, het Nimweegs dictee wordt door anderen overgenomen.
Bijna een jaar geleden werd ik gevraagd om iets over het Nimweegs te vertellen. Ik had dat al vaker gedaan samen met de taalwetenschapper Roeland van Hout. Ook nu wilde hij dat wel samen met mij doen en gisteren was het zo ver, een plezierige mengelmoes van wetenschap en praktijk, goed voor een kleine twee uur onderhoudend programma voor een culturele club in de buurt.
Wat mij betreft was dat ook een van mijn laatste, zo niet mijn allerlaatste publieke optreden. De ongemakken van het lijf beginnen te veel op te spelen. En dan moet je keuzes durven te maken. Dat heb ik gedaan. Ik heb al verzoeken afgewezen. Ik ben meer en meer op mijn rust gesteld geraakt. Het hoeft allemaal niet meer zo.
Is dat dramatisch? Helemaal niet. Het is mooi geweest , heel mooi. Een mooie avond was het ook. Enthousiaste reacties, een gemeend applaus.
En het geluk, ach, dat vind ik nu in het lezen van mooie boeken, een beetje nadenken en in het schrijven van kleine stukjes. Er is nog genoeg te genieten.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Dank je wel Jan, ben er vaak getuige van geweest en genoten van je allerhartelijkste vrolijke en krische ootredens.