Lopen

Ik beweeg mij  moeizaam voort. De lenigheid van mijn geest is gelukkig nog omgekeerd evenredig met die van mijn benen en voeten. Sinds die gedenkwaardige val in de zomer van 2013, waarbij mijn rechter achillespees in tweeën knapte, is het nooit meer echt goed gekomen. Steunkousen, inlegzooltjes, van alles al geprobeerd, maar de leeftijd en verdere ziektebeelden droegen niet erg bij aan het genezingsproces. Het is niet de bedoeling dat dit een klagelijk stukje wordt. Ben je gek. Er is nog mee dan genoeg te genieten. Lopen we gewoon wat minder. Binnenkort gaan ze ook nog eens diagnosticeren waar dat lastige lopen vandaan komt en of er iets aan gedaan kan worden. Nu heb ik al een tijdje bij een fysiotherapeut gelopen, bood enig soelaas, maar de luiheid won het van de benodigde discipline en ik liet haar wijze lessen wat verslonzen. Ik zou er eigenlijk weer eens wat aan moeten doen, kijken of met bepaalde oefeningen het bewegingsapparaat weer wat beter op gang komt en lopen geen moeizame affaire blijft.
Ik ben bang dat die raadgeving mij de komende dagen van verschillende kanten zal bereiken. Vanochtend kopte mijn krant met vette letters, alsof er geen ander nieuws zou zijn, dat er iemand in Maastricht gaat promoveren op een onderzoek met als uitkomst dat een gerichte looptraining veel effectiever is bij de behandeling van ‘etalagebenen’ dan een dotterbehandeling. Die laatste zou maar kortdurend effect hebben. Maar zo’n looptraining zou je bijna permanent moeten volgen. Twee keer per week naar de therapeut en ook nog veel zelf oefenen. Dat lijkt me ook wel een beetje veel van het goede. Alsof het leven uit niet veel meer bestaat en om meer draait dan de aanpak van je gevoelige benen. Er is toch meer, veel meer. Toen Shakespeare Hamlet liet zeggen: “There are more things in heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy”  denk ik niet dat hij loopoefeningen in gedachte had.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *