Lampen

Alles heeft zijn tijd. Daar over zijn Bijbelboeken vol geschreven. Dat er tijd is om te leven en te sterven, om te werken en te rusten, om te vertrekken en te komen, om te eten en te vasten. Er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te strijden. Kortom je kunt het zo gek niet bedenken of er is een tijd voor. Dat is een geruststellende gedachte. En koppel daaraan nog eens het gezegde ‘Komt tijd, komt raad’  dan weet je, hoop je, verwacht je dat uiteindelijk alles goed zal komen.
Deze week leek het bij ons de tijd voor de kapotte lampen. Ik wilde een van de keukenlampen aan doen, drukte op de lichtschakelaar en het bleef donker. De zo goed als automatische reflex die handeling nog een paar keer te herhalen leverde het zelfde resultaat op. Geen licht. Een paar dagen geleden overkwam mij dat ook al op onze slaapkamer. Ook daar geen licht anders dan van het lampje op het nachtkastje, maar de slaapkamerlamp zelf hulde zich in het donker. Over de lamp op de tweede badkamer wil ik het niet hebben. Die wordt zo weinig gebruikt dat het mij nog niet was opgevallen dat die lamp al maanden stuk was. En zo werd het vandaag grote lampenvervangdag. Gade sloeg wat lampen in, in verschillende lichtsterkte. Elk vertrek zijn eigen licht. De lampen zien er nog uit als de ouderwetse gloeilampen, een glazen bol op een metalen schroefdraad, maar zijn van binnen anders. Niks geen gloeidraadje als een koorddanskoord tussen twee mastjes gespannen, maar ledlicht. Vraag me niet wat dat precies is, ik ben al blij dat ik de lichtschakelaar kan bedienen. Op de verpakking lees ik in tientallen talen dat deze lampen wel 20 jaar mee kunnen gaan. 20 jaar! Tot 2038. Ik realiseer mij dat dit waarschijnlijk de laatste lampen zijn die ik Gade, die hoog op een trapje staat, aangeef om in te draaien. 2038, dan is het licht waarschijnlijk al voorgoed uit, of, wie weet, voorgoed gezien. Daar is dan alle tijd voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *