Eind april 1981. Mijn moeder ligt in het ziekenhuis. Ze gaat dood. De behandeling is stopgezet en op korte termijn zal ze sterven. Om beurten waken we bij haar. Het zijn rustige dagen. Het enige wat we kunnen doen is haar hand vasthouden. Ze is al ver weg. We blijven met haar praten. Je weet maar nooit wat er nog binnenkomt. We hebben een rooster gemaakt. Mijn broer Ton en ik betrekken zo tegen het middernachtelijk uur de wacht. Het is 29 april. Zestien jaar later zal dat de sterfdag van mijn broer worden. Maar daar hebben we dan nog geen weet van. Gij kent dag noch uur.
Om de nacht door te komen heeft mijn broer een platvinkje jonge meegenomen. We toosten samen met de zussen waar we de wacht van overnemen op onze mooie moeder. Een klein borreltje. Op de gezondheid, maar die is voor haar dan al heel ver weg.
De zussen vertrekken. Ton en ik zitten aan de rand van het bed. Dan stokt haar adem, die tot dan zwak maar rustig was. Moeder is dood. Ik haal mijn zussen terug die nog voor de lift staan te wachten. “Moeder is dood”, zeg ik hen.
Gevieren staan we bij haar bed. Moeder is nog even van ons alleen. Na een tijdje ga ik op zoek naar de nachtzuster. Ik meld haar dat moeder is overleden. De zuster schiet in de haast-module. Ik vertel haar dat het al een minuut of 10 geleden is. Maakt niet uit, het protocol gaat in werking. Moeder is even niet meer van ons. Toch goed dat we samen even dat kleine kwartiertje hebben genomen. Met haar.
Een paar uur later lopen we de nacht in naar onze auto’s. Het is Koninginnedag 1981. Straks als het licht is, zullen de vlaggen worden uitgestoken. Wij troosten elkaar zeggende dat elke vlag ter ere van onze moeder wordt uitgehangen.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Jan je moet ook niet naar Arnhem gaan! Dat is de goden verzoeken.
Een berafenis in Nijmegen is zelfs leuker dan een bruiloft in Arnhem….! 😉