Natuurlijk heb ik Komrij’s ‘De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in 1000 en enige gedichten”. Een beduimeld exemplaar. Het is de zevende druk uit 1984. De blaadjes zijn vergeeld. Als ik het vanochtend uit mijn boekenkast pak zie ik dat ik ook nog een ander bloemlezing van Komrij heb. ‘Lang leve de dood’. Hoe toepasselijk op deze dag. Hij is nog geen 24 uur dood. In dat boekje staat één gedicht van hem zelf . Het heet Dodenpark en eindigt met “O, nergens heerste er ooit zo’n rust. Slechts/ Af en toen klonk uit een urn een kreet.” Het laatste couplet begint met “We spraken niet. Wat viel er ook te zeggen?”
Misschien is dat ook genoeg woorden gewijd aan Komrij’s streven.
Tot mijn eigen verrassing blijkt in mijn kast ook nog zijn verzamelbundel ‘Alle gedichten tot gisteren’ te staan. Ik wist niet eens dat ik het had. Ik weet ook niet meer of ik het zelf gekocht heb of cadeau gekregen. Er valt wel een boekenlegger uit. Een plaatje van de Notre Dame de la Clarté met een gebed. Uit Bretagne. Heb ik de bundel waarschijnlijk toch een keer op vakantie mee gehad en er toen in gegrasduind. Jaren geleden. Maar geen van de gedichten is me bij gebleven. Heb er geen van buiten geleerd. Of van buiten leren was het eigenlijk niet. Opeens, na zo veel lezen, kende je het gedicht, zat het in je. Bij Komrij heb ik dat dan klaarblijkelijk niet gehad. Ik blader door de bundel. En kijk op Internet en lees dat Komrij zijn laatste roman ‘De loopjongen’ als een testament beschouwt. Ik stop even met het schrijven en koop bij de boekwinkel op de hoek de roman. De boekhandelaar zegt dat hij het direct op de toonbank in het zicht zal leggen. Hij heeft maar 3 exemplaren. Nu nog 2.
Weer thuis blader ik weer verder in zijn bundel. En lees: “Mijn volgelingen hangen aan mijn lip,/ Terwijl ik niets doe dan wat ouwehoeren.”
Ik begin in ‘De loopjongen’: “Arend loopt met grote stappen af op de paal.”
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Begrijp ik goed dat je weer (zo goed en wél als mogelijk) thuis bent? Zelf was ik even ‘van de wereld’, want in Higgs-land, de afgelopen weken. Hoop dat het naar omstandigheden goed met je gaat, beste Jan, en dat je er weer geruime tijd tegen kunt. Ik blader door de “De dood en de dingen” en lees: ‘het is bij lange na nog niet volbracht’. Goed zo!