Mijn mannenclub heeft zijn maandelijkse korte bijeenkomst. Een vast ijkpunt in mijn bestaan. Vrijblijvend gekout in een amicale omgeving en af en toe doen we iets goeds voor de mensheid. Iets wat we zelf ook leuk vinden. Maar het meest lijken we toch op een overjarig jolig studentendispuut. En daar vind ik helemaal niets mis mee. Zo’n korte bijeenkomst kent een vergadergedeelte gevolgd door een eenvoudige doch smakelijke maaltijd.
Deze keer zie ik bij binnenkomst dat de tafels anders dan anders gerangschikt staan. Het ruime carré is vervangen door een opstelling in een lange rij waar met enig schikken aan weerszijden het hele gezelschap een plaatsje kan vinden. Er is enig gemor dat het allemaal maar net past, maar we zijn hier tenslotte niet voor ons chagrijn, dus ieder voegt zich naar behoren. Er wordt wat in de gewoonlijke wanorde vergaderd. Twee nieuwe aspirant-leden worden verwelkomd en er worden zo waar wat afspraken gemaakt voor een binnenkort te ontplooien activiteit. Dan is het etenstijd en dan blijkt waarom er voor deze wat afwijkende tafelschikking is gekozen. Er worden manden met brood binnengebracht, gevolgd door grote schalen met kaasfondue. Een zoete geur vult de ruimte gemengd met de enthousiaste uitroepen van de meute die wel trek heeft. En ik hoor: “Het is wel twintig jaar gelden dat ik kaasfondue heb gegeten!” en “Kaasfondue, dat het nog bestaat!”
Ook ik kan mij niet herinneren wanneer ik voor het laatst gekaasfonduud heb. Ooit heb ik dat veel gedaan. Ik was een meester in het maken van kaasfondue. Hoe groter het gezelschap, hoe liever. Drie vier pannen tegelijk op het vuur. Naturel, met champignons, met gember. En dan met vrienden rond de tafel, twee, drie rechauds. Lange vorken en degene die zijn stukje brood in de fonduepan verloor was de volgende gastheer. Those were the days. De wereld leek aan onze voeten te liggen. Nu ligt die toekomst goeddeels achter ons. En zoveel jaren later proef ik weer de smaak van toen.
Ik weet niet of ik thuis nog ergens een rechaud en caquelon heb liggen. Misschien ook maar beter van niet.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
jan,het water loopt me weer uit de mond !