Jury

Ik was het al haast vergeten, maar maanden geleden had ik toegezegd om deel uit te maken van een jury die mocht gaan bepalen wie voor twee jaar de dorpsdichter van een aanpalende gemeente zou worden. Er blijken zich bij het organisatiecomité vier dichters gemeld te hebben die ieder vier gedichten hebben ingezonden. Op grond van die inzendingen mag de jury de dorpsdichter aanwijzen. Nu kleeft er aan jury-uitspraken onherroepelijk het mankeren van een objectiviteitscriterium. Dat is ook de makke van elke jury-sport. Bij voetballen wint degene met de meeste doelpunten, bij hardlopen degene die het eerste over de finish gaat en bij hoogspringen de atleet die op de hoogste hoogte de lat laat liggen. Kortom: 1-0 is altijd 1-0, 10.3 seconde altijd sneller dan 10.4 seconde en 2.14 meter is overal 2.14 meter. Daar kan niet (of in ieder geval nauwelijks) mee gesjoemeld worden.
Hoe anders is dat bij jurysporten. Om de ergste uitwassen tegen te gaan wordt vaak het beste en slechtste door de jury gegeven punt buiten beschouwing gelaten. Pseudo-objectiviteit. Bij dat soort uitslagen is het gejoel vaak niet van de kucht. Het publiek lijkt dan vaak een andere wedstrijd gezien te hebben dan de jury. Natuurlijk: als Epke Zonderland van de rekstok tuimelt is het duidelijk dat er van puntenverlies sprake is, maar een op het oog vlekkeloze oefening wordt door het ene jurylid anders  beoordeeld dan door het andere. Niet omdat er aan de oefening iets mankeerde, maar dat hoogwaarderende jurylid kwam nou net uit een bevriend buurland, toch altijd al goed voor 0,2 punt meer.
En nu zit ik in een jury voor dorpsdichter. Samen met twee andere Nijmeegse dichters. We zullen straks vast onze eigen voorkeuren hebben. Hoe we tot een eindoordeel komen, geen flauw idee nog. Gaan we de inzendingen punten geven en wat beoordelen we dan? Rijm, ritme, oorspronkelijkheid, het vermijden van cliché’s (cliché -0,1 punt, versleten cliché gebruikt -0,5 punt). Het lijkt me goed om als jury bij elkaar te komen en dan vast te stellen dat het enige waar we het over eens worden is dat we het oneens zijn met elkaar. Tenzij er een gedicht is dat met kop en schouders boven de andere uitsteekt. Maar het is zo goed als zeker dat dat gedicht nog geschreven moet worden.(-0,1 punt)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *