Het is al weer een heel tijd geleden dat ik in een gezelschap tot een van de jongere behoorde. Een heel fiks deel van mijn leven is dat wel zo geweest. Ik was nog maar net twintig toen in zitting nam in besturen, raden, werkgroepen en dat soort gremia. Ik was een broekie en deed dingen waarvan ik mij nu afvraag hoe ik het gedurfd heb. Jeugdige onbevangenheid en gebrek aan ervaring. In het gezelschap van soms veel oudere mensen roerde ik danig mijn mondje en van tijd tot tijd had ik ook nog het idee dat er geluisterd werd naar wat ik zei. Een jonge hond was ik.
Als je dan ouder wordt verflauwd dat gevoel. Je past je een beetje aan, maar nog steeds betrap ik mij er op dat mijn woorden sneller gaan dan mijn gedachten. Ik flap er wat uit en hoor pas wat ik gezegd heb als mijn woorden weer mijn oren bereiken. Ze zijn nauwelijks in mijn gedachten gerijpt. Dat brengt dan wel met zich mee dat tact en empathie niet mijn sterkste kanten zijn.
Gister was ik in een gezelschap waarbij ik tot de jongere garde behoorde. In een parochiezaaltje werd een inleiding gehouden over het Tweede Vaticaanse Concilie dat 50 jaar geleden begon. De verworvenheden van dat concilie waren een van de redenen waarom ik mij jarenlang tamelijk senang in de kerk heb bevonden. Op diverse niveaus was ik actief en ontmoette inspirerende mensen en bewoog mij in een warme gemeenschap. Ik wilde het verhaal van de geschiedenis van dat concilie nog eens horen. Hoe kort heeft dat maar geduurd. Voor we het wisten was de kerk weer het machtsinstituut van weleer, waar geen plaats meer was om verbeelding een plaats te geven. Dat werd gisteren in de inleiding van kerkhistoricus nog weer eens navrant duidelijk. Hij schetste het failliet van een instituut dat geen ruimte meer laat voor beweging, betrokkenheid, maar zich rechtlijnig en behoudend uit.
Ik was een van de jongere aanwezigen deze avond. Er waren twee echte jongeren, waarvan een de dochter van de inleider. Als het zo is dat de jeugd de toekomst heeft, ziet het er voor het instituut in Nederland niet best uit.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Volledig eens met Jans beoordeling van de betekenis van het 2de Vaticaans Concilie: er gloorde hoop dat er een frisse wind door de kerk zou waaien, maar daar is niets van over. De enige verzachtende factor is dat de algemene ontkerkelijking eveneens een belangrijke rol gespeeld heeft.