Hospiteren

S, de dochter van een goede vriend van ons, gaat in Nijmegen studeren.  Zij woont in de grote stad U en moet nu op zoek naar een kamer. Dagelijks van U naar N is op zich natuurlijk wel mogelijk, maar dan zal haar een belangrijk deel van het studentenleven hier voorbij gaan. Zij heeft gereageerd op een aantal aanbiedingen, maar dat betekent ook dat er voor zo’n kamer ‘gehospiteerd’ moet worden. Hospiteren lijkt mij het best omschreven als solliciteren naar een kamer met als sollicitatiecommissie de andere bewoners van het studentenhuis. S heeft al twee keer gehospiteerd, maar dat leverde geen betaalbare kamer op. Gisteravond is zij weer hier naar toe gekomen voor  een gesprek. Een goede gelegenheid om daarvoor bij ons langs te komen en mee te eten. Een bezoekje van haar is altijd weer gezellig. Zij heeft de afspraak om 21.40 uur.
Ik heb nooit hoeven te hospiteren. Het eerste jaar van mijn studententijd woonde ik braaf bij mijn ouders thuis. Kost en inwoning waren geregeld. Wat ik er ook bij kreeg was een overbezorgde vader die nauwgezet bij hield hoe laat (altijd te laat) ik redelijk aangeschoten van dispuuts- of sociëteitsavond huiswaarts kwam en als ik ver na middernacht arriveerde steeds weer van hem moest horen hoe ongerust hij was geweest. Mijn academische oriëntatie duurde maar een jaar. Op naar Eindhoven, waar ik introk bij mijn veel oudere en getrouwde broer, die de rol van mijn vader veel vrijer invulde. Het Amsterdamse stagejaar woonde ik op een mini-kamertje bij de heer en mevrouw Dankelman aan de Roelof Hartstraat 28². Dat kamertje, waar ik als ik mijn armen strekte beide zijmuren kon aanraken, ging bijna als vanzelfsprekend over van de ene op de andere Eindhovense stagiair. Ik vraag me af of het woord hospiteren toen überhaupt al in de huidige betekenis bestond.
Gisteravond laat kregen we nog een berichtje van S. Zij heeft een kamer in Nijmegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *