Herkenning

Het is druilerig weer. Ik zit al vroeg op de fiets op weg naar de prikpost in het Oud Burgeren Gasthuis. Mijn bloed moet geprikt worden. Volgende week weer controle, vandaar. Het valt mij op dat de laborantes van de prikpost altijd van die exotische namen hebben. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit door een Karin, Judith of Anne ben geprikt. Ook dit keer stelt de prikzuster zich voor en ik hoor een naam die klinkt als Rachella of zoiets, maar zeker geen Ineke, Roos of Femke. Zou een mooi onderzoek van het Meertensinstuut kunnen zijn: de spreiding van voornamen over de diverse beroepsgroepen. En dat uiteraard in een veranderende politieke context. Komen er nu meer Geerten en Marken en gaat de dubbelnaam samen Jan-Peter teloor?
Als ik mijn fiets van het slot haal, parkeert een volledig op het slechte weer geklede dame haar fiets naast de mijne. Als de wet op de lichaamsbedekkende kleding al van toepassing zou zijn, ware het te hopen dat de Nijmeegse politie even coulant gaat optreden als de Amsterdamse korpschef van plan is. Van de mevrouw zijn alleen de ogen te zien onder een pet en capuchon en boven een tot de neus omgeslagen shawl. Haar kleding is adequaat, maar binnenkort niet meer te tolereren. Een stem uit die berg kleding, richt zich tot mij en vertelt mij dat ik zo’n bekend gezicht heb. Ik hoor dat wel vaker. Ik lijk ontzettend op mezelf, en dat is een tamelijk gewoon gezicht. De mevrouw pelt zich langzaam af, maar als de capuchon en shawl naar achteren zijn geslagen, zegt haar gezicht mij niets. Onze ogen stralen allebei geen enkel blijk van herkenning uit. Even probeert zij nog: “Ik heb hier in het Gasthuis gewerkt…” Ik kan alleen maar vertellen dat ik er net bloed heb laten prikken.
Er rest ons niets anders dan elkaar nog een prettige dag te wensen. En dat doen we dan ook maar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *