Het is een mooie dag. Ik schrijf wat, ik lees wat. Het is zo’n dag om even koffie te gaan drinken bij Tati, het koffiecafeetje aan het eind van de straat. Mooi rustpunt voor een therapeutisch wandelingetje, precies halverwege op de omweg naar de grootgrutter. Ik bel de overbuurvrouw. Of ze zin heeft mee te wandelen. Dat vindt ze eigenlijk een goed idee. Een heel goed idee, maar ze moet nog wel even haar schoenen aandoen. Vijf minuten. Ik ga vast naar buiten. De overbuurman is druk bezig de struiken in zijn voortuin te snoeien en nee, hij heeft geen tijd met ons mee te gaan. Het snoeiwerk gaat voor en voort.
De overbuurvrouw heeft haar schoenen aan. In rustig tempo wandelen we de straat naar beneden af. Op de toegangsdeur van Tati hangt aan een metalen kettinkje en een zuignap een duidelijk bordje: OPEN. Een heldere boodschap. We vleien ons in de luiste stoelen die het cafeetje kent. Twee cappuccino en we babbelen nergens over. Gesprekken tussen mensen die elkaar mogen gaan nergens over, maar zeggen alles. Vooral dat ze elkaar mogen, graag mogen.
Mijn telefoon gaat. De vriendschap verdraagt het dat ik de telefoon aanneem. Het is de mooie A. Die vraagt of ik thuis ben. Ze wil even langs komen om haar nieuwe coiffure te laten zien, ze komt net van de kapper. Ik vraag haar dan maar even naar Tati te komen. Ze komt. De overbuurvrouw is ook wel benieuwd haar te zien. Heeft veel over haar gehoord, maar haar nog nooit gezien.
A schuift aan in een niet zo luie stoel. Handen worden geschud. Dit is A, dit is de overbuurvrouw. En we hebben het over kappers en kapsels. Over kort haar, coupes en “Is dat je eigen kleur.” De genoeglijkheid van aangenaam gezelschap op een mooie namiddag krijgt vorm.
We gaan. Bij het vertrek valt mij de achterzijde van het open-bordje aan het kettinkje en de zuignap op de toegangsdeur op. Met klare letters lees ik op die achterkant die nu voorkant is geworden: GESLOTEN. Even lijkt het of we de wereld niet meer in kunnen. Of de deur daar naar toe voorgoed dicht is en dat we de rest van ons bestaan in dit gezelschap op deze plaats zullen moeten slijten. Er zijn saaiere hemels te bedenken.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links