Gasten

Gade en ik hebben weer gasten. Of liever gezegd: ons huis heeft  weer gasten. Want eigenlijk laten we ons aan onze gasten maar weinig gelegen liggen. Ze krijgen een sleutel van de eigen voordeur en gebruiken een logeerkamer, een badkamer en het reservekeukentje. Dat hebben we allemaal dubbel in ons gecombineerde boven- en benedenhuis. Maar verder moeten de gasten goed voor zich zelf zorgen. Gade heeft de kamer gepoetst, er zijn zelfs nieuwe kussens gekocht, maar voor de rest is het vrijheid blijheid. Zeker bij gasten zoals we nu hebben. Twee dames die normaliter op Kreta wonen, daar een theeplukkerij bestieren, maar nu voor een twee maanden in ons huis om niet te gast zijn. Zoals dat bij gasten hoort. Ze zijn hier om oude vrienden te bezoeken en voor wat zakelijke besognes. Ze waren al eerder voor een paar weken bij ons. We hoeven dus niets uit te leggen. Ze weten waar de knopjes van het licht zitten en de thermostaat hangt. Ik vraag maar een klein hoekje van de koelkast om mijn insulinepennen koel te houden en zet in wat nu hun keukentje is mijn kopje koffie als ik in mijn werkkamer doende ben.
Natuurlijk hebben we ook wat huiselijk verkeer, zoals dat zo mooi heet. En we zullen ook vast wel een keer samen eten.
Gistermiddag zijn ze aangekomen en hebben hun intrek genomen. We hebben de eerste nieuwtjes uitgewisseld en Gade heeft thee met ze gedronken. Ik keek hoe Nederland nog twee gouden olympische medailles haalde. Later heb ik ze kennis laten maken met Claudia de Breij. Kenden ze niet. Samen luisterden we naar het liedje “Mag ik dan bij jou”. Het is een liedje dat mijtelkens weer ontroert. Ik ben een oude emo-kikker aan het worden. In dat liedje de regels: “Kom wanneer je wilt, ik hou een kamer voor je vrij.” Gade en ik en het huis maken die zinnen geregeld waar. Met plezier laten we anderen van onze ruimtes genieten. Maar voorlopig is de gastenkamer bezet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *