Fietsen

Met verbijstering zie ik kleine mannekes en vrouwtjes van 3, 4 jaar op minuscule fietsjes door het verkeer slingeren. Helmpje op en vaak een wat bezorgd kijkende vader of moeder op armafstand, die wat aanwijzingen roept. “Kijk voor je uit.” “Pas op, niet zo slingeren.” Toen ik zo oud was liep ik alleen nog maar aan de hand van mijn vader of moeder.  Vastgehouden om niet onder de auto’s te komen die er toen nog nauwelijks waren. Ik had heel bezorgde ouders, vooral een bange vader. Als nakomertje was hij overdreven zuinig op mij. Ik heb nooit leren schaatsen. Daar kon je bij vallen. Zwemmen leerde ik van mijn veel oudere broers. Mijn vader kon niet zwemmen. Dat leerde je niet als je nog in de 19e eeuw was geboren. En bovendien kon je bij het zwemmen verdrinken.
Mijn eerste fiets kreeg ik pas toen ik 9 of 10, misschien zelfs wel 11 was. Mijn vader had de aanschaf zo lang mogelijk tegen gehouden. Want op een fiets konden natuurlijk de vreselijkste ongelukken gebeuren. Mijn vader leerde mij met enige tegenzin fietsen. Hij realiseerde zich niet dat fietsen iets was wat je alleen maar leerde door het zelf te doen. Mijn lessen gingen onder de onverbiddelijke leiding van vader, die verder een heel lieve man was. Laat daar geen misverstand over bestaan. Maar zijn leerschool lijkt nu nog te zorgen voor wat onzekerheid op het rijwiel.
Het afgelopen jaar heb ik nauwelijks gefietst. Toen mijn gehechte achillespees weer een fietstochtje mogelijk leek te maken kukelde ik de eerste en niet zo beste keer bij het afstappen om. Boem, daar lag ik en met mij lag het vertrouwen in mijn afstapmogelijkheden in duigen. Ik durfde niet meer te fietsen. Ik was bang weer te vallen. Onzin natuurlijk, maar angst is meestal onzin en in ieder geval een slechte raadgever. Maandenlang heb ik alleen maar op de hometrainer gefietst. Maar dat schoot ook niet op.
Een paar dagen geleden begeleidde Gade mij bij wat op- en vooral afstapoefeningen. Het leek te gaan. En het ging. Gisteren heb ik mijn fiets weer gebruikt waar hij voor bedoeld is. Mocht er een hemel bestaan dan weet ik zeker dat mij vader bezorgd heeft toegekeken en als ik goed luister hoor ik hem roepen: “Kijk voor je uit. Pas op niet zo slingeren.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *