Familie

Ik heb maar sporadisch contact met mijn familie. Ooms en tantes heb ik niet meer, maar nog wel een hele verzameling neven en nichten, kinderen van de broers en zussen van mijn vader en moeder. Mijn ouders hadden heel veel broers en zussen, ze kwamen allebei uit grote gezinnen met als gevolg dat er ook weer een heleboel neven en nichten waren. Maar ik zie ze maar zelden. Een fiks aantal is al overleden. En ik ga bij geen van mijn neven of nichten op verjaardagsbezoek, om maar iets te noemen. De banden zijn niet zo hecht in dat opzicht. Soms loop ik een nicht tegen het lijf in de stad of bij Albert Heijn. We praten even bij, maar tot een geregelde uitwisseling komt het niet. Een paar neven en nichten volgen mij op Internet. Die weten meer van mij dan ik van hen.
Telefoon. Het is een nicht van moederskant. Dochter van een oom en tante. Ik krijg zelden, beter gezegd nooit, telefoon van een nicht van moederskant. Wel van een neef van vaderskant. Maar dat is meestal slecht bericht, de mededeling dat een broer of zus van hem gestorven is met daarbij de aankondiging wanneer de uitvaart is. Als het mij schikt probeer ik daarbij te zijn. Familieband. De bellende nicht heeft geen doodsbericht te melden. Integendeel. Zij vraagt of ik het ook een aardig idee vind om elkaar, samen met een stel andere nichten weer eens te ontmoeten. Gewoon voor de gezelligheid. Zij heeft al contact gehad met een aantal familieleden die dat een leuk idee vinden. Geen groots opgezette reünie, ben je gek, maar gewoon een middagje koffie drinken in een gezellig koffiecafeetje. Een beetje babbelen en elkaar gewoon weer eens zien. Wat ik daar van vind. Ze noemt wat namen van mensen die ze al benaderd heeft, een enkeling zegt me niets. Heb er geen beeld bij en zou haar op straat ook niet meer herkend hebben. Zij mij waarschijnlijk ook niet. Ik krijg wel weer helder de ooms en tantes op het netvlies. Ooms en tantes met goed Hollandse namen: Sil, Truus, Rien, Anton, Marie, Wim, Bertha, Piet en Dora. Een warm makend rijtje. Familie van toen wordt over een tijdje weer familie van nu. Ja, zeg ik tegen mijn nicht, ik vind het een leuk idee. Op mij kun je rekenen.