Dorpsdokter

De dokter verwacht mij om tien voor twee. Precies op tijd komen wij aan. Ik ben nog nooit eerder van mijn leven in Tzummarum  geweest. Laat staan op consult bij de dokter. Zij begroet ons in het halletje. “We zitten precies op schema, dus komt u maar verder.” Als ze mijn been ziet, nodigt ze me niet uit in de spreekkamer, maar in wat zij noemt de martelkamer. Ja, het is een vrolijke dokter. Grijze krulletjes om een open gezicht. Bij nadere beschouwing is ze toch niet al te zeer verontrust over mijn ontstoken wond. Maar het lijkt haar toch goed even te overleggen met mijn Nijmeegse chirurg. Op naar haar spreekkamer. Ze vraagt ons de deur helemaal dicht te doen “Want heel Tzummarum is natuurlijk razend benieuwd wat voor patiënt ik nu bij me heb.”
Het duurt even voordat ze hem aan de lijn heeft. Op een vreemde manier is mijn status afgedrukt op briefpapier van de afdeling kindergeneeskunde en als je het daarop vermelde nummer draait, duurt het even voor je bij de afdeling heelkunde bent.
Mijn tijdelijke huisarts introduceert zich met “huisarts te Tzummarum, of all places.” Uit haar reactie leid ik af dat mijn chirurg niet onbekend is met Tzummarum. Ik volg het collegiale overleg. Er wordt afgewogen, gerikraaid, maten van de ontsteking door gegeven en verdere gegevens uitgewisseld. De chirurg en de dorpsdokter worden het eens. De chirurg wil mij weer zien als ik terug in Nijmegen ben en de vrolijke dorpsdokter verwacht mij volgende week maandag weer. En samen hebben ze besloten mij nog een kuurtje antibiotica van een week te geven. Een ander dan ik had, nu me en breder of smaller spectrum. Dat is mij ontschoten. Gade manoeuvreert de rolstoel met mij erin weer naar buiten. De dokter voegt ons nog toe dat haar praktijk rolstoelvriendelijk oogt, maar dat dat in de praktijk wel meevalt.
Op het terras aan zee trakteren we ons op een stukje appeltaart. Antibiotica of niet, het is toch ook vakantie.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *