Er zijn een paar plaatsen op de wereld waarvan ik weet dat ik ze graag gezien zou hebben. Voorbeelden? De kathedraal van Chartres, Stonehenge, de Hermitage in St.Petersburg, de sluizen in het Panamakanaal. Plaatsen die als je er geweest bent, en in mijn geval is dat bij de genoemde voorbeelden gebeurd, vooral lijken op de foto’s en filmpjes die je ervan gezien hebt. Maar door er echt geweest te zijn, is het toch net even anders. Een ingewikkelde manier om te zeggen dat je er toch geweest moet zijn om werkelijk te ervaren wat zo’n bijzondere plaats voor jou betekent. Een van de plaatsen die nog op mijn korte verlanglijstje staat is Carnac. En daarmee bedoel ik niet het toeristische badplaatsje, maar de bij dat stadje horende menhirvelden. Gisteren ging dat wensje in vervulling. Als je de auto hebt geparkeerd lijk je uit te kijken op een vrij ongeordende hoop stenen. Een hele hoop stenen en niet van die kleintjes ook. Maar als je dan rond het veld loopt, een hekje verhindert dat je tussen de stenen door wandelt, dat mag alleen in de winter, ontwaar je opeens de immense orde. De stenen lijken door een meesterhand gerijd. Dezelfde die dat met de maan, de sterren deed, zoals Gabriël Smit dichtte? Alles kan waar zijn. Ik zal het nooit weten. We zullen het nooit weten. Gade zet bij een foto van Carnac op Facebook de tekst:“Wat het ook mag zijn, bijzonder is het.“ En zo is het maar net. Het zou mij niet verbazen als deze honderden stenen hier niet naar toe zijn gebracht, maar hier naar toe zijn gekomen. Hoe? Ik zou het niet weten, maar zoveel stenen een plaats bij elkaar geven lijkt mensenwerk te boven te gaan. En toen de stenen hun plaats innamen, wisten ze hoe en waar de zon opkwam. De zon, die voor niets opkomt. Misschien is dat ook wel de reden dat de stenen hier zo staan. Voor niets. Gewoon maar om te staan. Het einde van een voorlopige reis. En ons, kleine mensen van het even nu, in verbazing achter te laten.
“Ik droomde, dat ik langzaam leefde …. /langzamer dan de oudste steen” schreef Vasalis. Maar dat lijkt hier bij de velden van Carnac nog veel te snel.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Lieve Jan,
één zo’n grote gigantische monoliet , gelijk waar ter wereld, doet mij het goddelijke al beseffen, hoe vluchtig en nietig we zijn. Mooi koffieklets onderwerp ( o.a. haha) voor als ge weer ter lande zijt.
Dikke zoen,
Babette