Buren

Gade is bij de overburen de planten water geven. Een taakje dat zij op uitnodiging heeft opgevat nu die buren ver weg op vakantie zijn. De bel gaat. Ik neem aan dat het Gade is die vergeten is een sleutel mee te nemen. Niks Gade, het is een collectante voor het KWF. Ik ken haar nog van een zangklasje van een tijd geleden en leeg al mijn kleingeld uit mijn broekzak in de collectebus. Terwijl we uitwisselen waar we nu zingen zie ik over haar schouder Gade aan de overkant van de straat staan te praten met een mij op die afstand onbekende meneer die twee, naar later blijkt dochters, bij zich heeft. Het is een vroegere buurman die in de buurt moest zijn en zijn twee dochters liet zien waar zij destijds geboren waren. Negen jaar geleden zijn ze verhuisd omdat het huis te klein werd voor een vader, moeder en twee kinderen. Die zijn nu 11 en 13. En al die tijd hebben we elkaar niet gezien. Zou ze ook niet herkend hebben als hun vader er niet bij was geweest en moet zelfs weer naar hun namen vragen. Ik nood hen binnen om wat te drinken en samen nemen we door wat we nog van elkaar herinneren. Het waren goede buren.
Met goede buren ben ik gezegend. Moet in dit huis ook wel, dat zo gehorig is dat als ik nies de buurman zijn zakdoek pakt en omgekeerd. In 1993 kwam ik hier wonen. Aan de ene kant een bovenhuis met studenten, die al meer dan 20 jaar zich uitzonderlijk netjes gedragen, in het benedenhuis woonde toen een oude man alleen, daarna de buren die nu aan de koffie zitten en die werden opgevolgd door de huidige buurvrouw. Aan de ander kant woont in het bovenhuis al die jaren al een echtpaar, waarvan wij ook de kinderen het huis uit zagen gaan. In het benedenhuis de derde buurman in 20 jaar. En al die buren geven inhoud aan het gezegde Beter een goede buur, dan een verre vriend. De buurman van negen jaar geleden is het hartgrondig met mij eens.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *