Op het Boekenbal voor Lezers ontmoette ik Esther Gerritsen. Nu is ontmoeten een te groot woord, we waren allebei op dat bal, traden op op het zelfde podium, maar echt ontmoeten als in praten met elkaar, dat deden we niet. Maar samen in een folder staan, ook al was haar foto daarin groter dan de mijne, schept toch een band. Een eenzijdige weliswaar, maar een band is een band. Bovendien is zij ook in Nijmegen geboren, dus ik wil maar zeggen. Ja, wat wil ik eigenlijk zeggen. Misschien wel dat ik genoot van haar optreden. Ik ken Gerritsen niet van haar romans. Nog nooit iets van gelezen. Wel kende ik haar van haar columns in de VPRO-gids. Mooie, rustige, geserreerde stukjes. Dat had ik ook verwacht van haar optreden, maar dat blonk uit door uitbundige vrolijkheid. Zij genoot met volle teugen van het schrijfster van het boekenweekgeschenk zijn en van alles wat daar bij hoort. En dat liet ze merken.
Dat boekenweekgeschenk ben ik nu aan het lezen. Ik zit er middenin en echt vrolijk wordt ik er niet van. Dat geldt dan niet haar schrijven, dat kan ze als geen ander, sleurt je met groot gemak het verhaal in. Maar het is juist dat verhaal dat mij niet vrolijk maakt. ‘Broer’ gaat over iemand bij wie als gevolg van diabetes een been moet worden afgezet. Ik krijg mijn identificatiefiguur op een presenteerblaadje aangeboden. Broer lijdt onder zenuwpijn aan zijn afgezette been. Ik lees op pagina 41:” ‘Zenuwpijn is pijn door zenuwbeschadiging. Door de beschadiging ontstaan er spontane prikkels in de zenuw.’ Hij scrolde verder en las af en toe wat zinnen hardop, over fantoompijn, neuropathische pijnen. Hij kwam met allerhande vergelijkingen. Alsof je prikkeldraad om je benen hebt of door de brandnetels loopt. Of dat er mieren onder je huid kruipen.”
Diabetische neuropathie, zo diagnosticeerde een paar maanden een paar maanden geleden mijn huisarts mijn klachten.
“Hou toch op met verder lezen”, raadt Gade mij aan als ik haar de passage voorlees. Maar ik weet dat zelfs als ik het boek dicht doe het verhaal gewoon verder gaat. Ik ben nu bijna halverwege, misschien loopt het toch nog goed af.
Archieven
- oktober 2021
- juli 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- februari 2021
- januari 2021
- december 2020
- november 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- maart 2016
- februari 2016
- januari 2016
- december 2015
- november 2015
- oktober 2015
- september 2015
- augustus 2015
- juli 2015
- juni 2015
- mei 2015
- april 2015
- maart 2015
- februari 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- mei 2012
- april 2012
- maart 2012
- februari 2012
- januari 2012
- december 2011
- november 2011
- oktober 2011
- september 2011
- augustus 2011
- juli 2011
- juni 2011
- mei 2011
- april 2011
- maart 2011
- februari 2011
- januari 2011
- december 2010
- november 2010
- oktober 2010
- september 2010
- augustus 2010
Links
Doorlezen Jan. Het komt goed!