Boutje

Er wordt gebeld. Vanuit het bovenraam zie ik een meneer in werkkleding voor de deur staan. Ik heb niets besteld en verwacht ook nog geen reparateur voor het een of ander. “Ik kom er aan”, roep ik van boven naar beneden en zorg dat de kat niet kan ontsnappen door haar in de douche op te sluiten. Ik kan mijn sleutels zo gauw niet vinden, maar gebruik de reservesleutel die naast de deur klaarligt.  Ik doe de deur open en kijk in het wat kouwelijke gezicht van een monteur van Liander. Dat laatste neem ik maar aan, want dat staat op zijn jack. “Ik ben van Liander (-mijn vermoeden wordt bevestigd-) en heeft u een tijdje geleden een nieuwe meter gekregen?” Dat klopt. De monteur vertelt mij dat er in die meter mogelijke een verkeerd boutje is gemonteerd en dat dat foute boutje mogelijk tot storingen kan leiden. Ik verzeker hem dat ik de afgelopen maanden niets gemerkt heb van een haperende stroomvoorziening. Tegelijk schieten mij wat alarmerende verhalen door het hoofd van argeloze bejaarden die met een of ander smoesje pseudo-monteurs hun huis binnen lieten en na hun vertrek bankpasjes en wat die meer zij niet meer konden vinden. Foute boutjes, ik vind het een verhaal. De monteur moet even zijn monteursspullen uit zijn auto halen. Op de auto staat ook ‘Liander’. Mijn wantrouwen ebt weg. De monteur vertelt dat hij al tientallen meters heeft gecontroleerd, maar nog geen enkele keer een fout boutje heeft aangetroffen. Hij verbreekt het zegel, schroeft de beschermdeksel van de meter en buigt zich voor over om de ingewanden van de meter goed te kunnen bekijken. Ik hoor bijna de teleurstelling in zijn stem als hij zegt dat er een goed boutje in zit en niets vervangen hoeft te worden. Hij schroeft de beschermdeksel weer terug en verzegeld het geheel. De monteur vertrekt. Ik heb mijn bankpasjes nog en verfoei mijn achterdocht. Ik bevrijd de kat uit de douche.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *